2. DE BKITSCH-INDISCHE N. W. GRENS
door
M. D. SCHAAFSMA,
Kapitein der Artillerie.
met een foto).
(Vervolg; zie I.M.T. 1937 nr. 11).
D. DE POLITIEK.
De lezer zal zich wellicht afvragen, waarom wij de behan
deling van de inzake het N. W. grensgebied gevoerde politiek
niet hebben doen voorafgaan aan die van de krijgsverrichtingen.
Wij geven toe, dat die volgorde op het eerste gezicht meer voor
de hand ligt en zouden daaraan zeker de voorkeur hebben
gegeven, indien het doel en de omvang van de militaire hande
lingen steeds waren bepaald door een consequente en welbewust
op een bepaalden eindtoestand gerichte politiek. Zooals wij in
het krijgsgeschiedkundig overzicht en bij de behandeling van
de uit de ervaringen te trekken lessen reeds eenige malen ter
loops opmerkten, is aan de genoemde voorwaarde echter geens
zins voldaanveeleer is zelfs het tegenovergestelde het geval
geweestdan weer deed men een stap voorwaarts, dan weer
krabbelde men, beangst voor de consequenties, terug.
Te beweren, dat er in de gevolgde politiek in het geheel geen
lijn ligt, zou onjuist zijninderdaad is die lijn aanwezig en heeft
zij bestaan uit het voortzetten van de politiek, welke voor de
komst van de Engelschen werd gevoerd door de vorsten, die
echter meer in naam dan metterdaad - heerschers waren over het
grensgebied. Doch de toestand, waarin dezen berustten, kon op
den duur door den westerschen meester, die bovendien met heel
andere oogen werd bezien, niet worden aanvaard, vooral niet,
toen in latere jaren de buitenlandsche politiek een woordje
begon mee te spreken het is wel de voornaamste fout, dat, hoewel
dit werd begrepen, niet tijdig het roer is omgegooid voor het
volgen van een anderen koers.
Zoo heeft de elders door de historie zoo menigmaal als juist
bewezen gedragslijn om zoo min mogelijk wijziging te brengen
in de verhoudingen, zooals die bestonden ten tijde van de tot
standkoming' van de aanraking en van de verkrijging van de
heerschappij, in de N. W. grensprovincië volkomen gefaald.
1071