4. DE OMSINGELING EN DOORZOEKING VAN EEN WONING BIJ NACHT, WAARBIJ GEWAPEND VERZET HEEFT PLAATS GEHAD (ATJEH) door G. F. V. GOSENSON, Kolonel der Infanterie. (met 2 schetsen en 3 foto's). RELAAS van hetgeen zich in den nacht van 21/22 Juli 1937 heeft afgespeeld te Dam Téh (Moekim Leupoeëng van de Onderafdeeling Koetaradja). Op den 21sten Juli 1937 werd door den wd. Resident van Atjeh en Onderhoorigheden militaire bijstand gevraagd, ten einde 4 Atjehers van de Moekim Leupoeëng, die „moslimin" waren geworden, onschadelijk te maken, hetgeen inhoudt dat allereerst getracht moet worden hen levend in handen te krijgen. Aangezien de Gewestelijk Militair Commandant dagen te voren reeds door den betrokken Bestuursambtenaar omtrent het voor nemen van eenige personen uit Leupoeëng om „moslimin" te worden, was ingelicht en daartoe aan het detachement te Lhó' Nga 3) (3 brigades onder een officier) opdracht was verstrekt, om zich voor eventueel optreden gereed te houden, was het mili tair gezag toen de militaire bijstand gevraagd werd, voorbereid en op de hoogte der situatie. Verzocht werd om zoo spoedig mogelijk op te treden, aange zien gevreesd werd, dat het aantal Atjehers, dat „moslimin" was geworden, in sterkte zou toenemen. Deswege kreeg de detachementscommandant van Lhó' Nga de le Luitenant der Infanterie F. J. de RAADT opdracht met twee brigades 2) naar Leupoeëng te gaan, ten einde aldaar op 1) Het detachement Lhó' Nga ter hoogte van km 13.5 was het dichtst -bij de Moekim Leupoeëng gelegen, welke zich uitstrekt van km 18 tot km 36 van den z.g. Westkust weg. 2) De inzet van twee brigades is vooral bij een actie waar het op aan komt, te prefereeren boven die van één. Het gaat er hier niet om, dat de vier verzetslieden niet gemakkelijk door één brigade kunnen worden onschadelijk gemaakt. Dooh we moeten rekening houden met tegenvallers gewonden of dooden aan eigen zijde, ontkomen van een deel der bende en dan is een voortgezette actie alleen mogelijk, indien over twee brigades wordt beschikt. 1092

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 38