de sommatie om te blijven staan, waarop wederom gelast werd om
te vuren. Aangezien deze man Doellah Beuradeuën vrij
spoedig achter den linker vleugel van de Zuidelijke afdeeling
in het struikgewas verdween, zal hij toen niet getroffen zijn.
Doellah Beuradeuën keerde echter terug, toen hij buiten het
licht der flashlights was, en deed een aanval in den rug van het
linkergedeelte der Zuidelijke afzetting, waar zich ook de Luite
nant de R. bevond met het oog op de waarschijnlijkheid, dat de
overige Atjehers zich ook op dezelfde wijze als de eerste uit de
voeten zouden trachten te maken.
Doellah Beuradeuën deed een houw naar den Luitenant de R.;
dit werd echter opgemerkt door den dardanel van genoemd
officier, den Amb. Inf. Ie kl. LOUPATTY Nr. 19493, die schuins
rechts achter den Luitenant staande, nog juist tijd had om dezen
houw met de karabijn af te weren, waardoor hij zelf onbeduidend
gewond werd aan het hoofd en den beneden linkerarm. Hiermede
heeft L. hoogstwaarschijnlijk het leven van zijn Luitenant gered.
Doellah Beuradeuën keerde zich toen tegen den Eur. brigadier
PAPILAJA Nr. 83960, dien hij een houw toebracht. Genoemd
brigadier weerde dezen houw af en bracht den kwaadwillige op
zijn beurt een houw over het hoofd toe, waardoor deze laatste
achterover tuimelde,1) waarop hij verder buiten gevecht kon
worden gesteld. P. werd hierbij onbeduidend aan het rechter-
onderbeen gewond.
Hierna zag de patrouillecommandant beweging van één persoon
in de balè.
Thans werd tot sommatie overgegaan nml. aan de in de balè
achtergebleven Atjehers om ongewapend, man voor man, naar
buiten te komen, waarop hun geen leed zal geschiedendeze
sommatie werd twee maal herhaald, doch niemand voldeed
hieraan.
Daarop werd gewaarschuwd, dat tot vuren zou worden over
gegaan, indien men niet naar buiten kwam en deze waarschuwing
twee maal herhaald. Ook op deze sommatie werd niet gereageerd.
Ten slotte werden vier salvo's op verschillende hoogten door
de balè gejaagd, waarna op nieuw gesommeerd werd om naar
buiten te komen.
Toen ook hieraan geen gevolg werd gegeven, wees de patrouille
commandant den Jav. korporaal MOESTADJAM Nr. 21210, den
Jav. Inf. Ie kl. NGADIRAN Nr. 8434 en den Jav. fus. PAIDJO
1096
b Deze brigadier heeft zijn kalmte weten te beweren en in toepassing
gebracht, hetgeen hem bij het gevechtsschermen is geleerd
a. nimmer met den tegenstander mee slaan, dus nimmer tegelijk houwen
b. ziet men, dat de tegenstander gaat slaan, dan moet de houw eerst
worden afgeweerd (zoo mogelijk met de klewang), terwijl eerst na de
afwering mag worden nagehouwen.