en liet daarop volgen de met kracht uitgesproken woorden „Dan
is er maar één middel, zelfs maar één middel denkbaar ik zeg
het opzettelijk heel sterk waardoor men tegen dien vijand kan
optreden en dat is door een massalen aanval van een groote macht
van landbommenwerpers".
Zoo zijn wij dan thans aan de uitvoering bezig van een richtlijn,
door tot oordeelen bij uitstek bevoegden voor ons geval het beste
geacht. Terecht, want ook in het buitenland en algemeen in de
vakliteratuur slaat men de waarde van een offensieve luchtmacht
hoog aan van hoeveel meer waarde is dan niet zulk een offen
sieve luchtmacht van landbommenwerpers waarvan de aan
schaffing binnen ons financieel bereik ligt voor ons defensie-
geval.
Wij zijn op den goeden weg, het materieel is in bestelling en
ten deele reeds aangekomen, het personeel wordt met den dag
uitgebreid en de luchtvaartafdeeling heeft het vertrouwen
van allen, die er mede in aanraking zijn geweest.
Met materieel en vliegers alleen is men er echter nog geenszins.
Geoefend dient er te worden, terdege geoefend, wil men over
militaire vliegers beschikken, opgewassen tegen de vele moeilijk
heden van den offensieven luchtkrijg. Wordt in dit opzicht te kort
geschoten, dan komt men voor teleurstellingen te staan, zooals de
Chineesche Luchtmacht onlangs te zien gaf. Nu is terreinkennis
in de gebieden, waar men in tijd van oorlog zal moeten kunnen
optreden, een der onvoorwaardelijke eischen. De vele groote en
succesvolle tochten der Glenn Martins naar de buitengewesten
toonen, dat ook in dit opzicht aan de vervolmaking van onze
luchtvaartafdeeling wordt gewerkt. Van een der tochten van
recenten datum mogen hier enkele gegevens volgen.
Een patrouille Glenn Martins maakte van 11 t/m 16 October
j.l. een oef en vlucht naar het Oostelijk gedeelte van den archipel.
11 October werd van Bandoeng rechtstreeks naar Balikpapan
gevlogen in ruim iV2 uur. Den volgenden dag werd weder gestart
en via Donggala, Toli2, Kotamobagoe, Manado, Poso en Enrekang
zonder tusschenlanding naar Makassar gevlogen (totale
afstand van 1950 km boven verschillende plaatsen werd een tijd
lang rondgecirkeld totale vluchttijd 7x/2 uur). Van Makassar uit
werden met enkele gewestelijke en plaatselijke autoriteiten eenige
kleinere vluchten gemaakt, waarna de patrouille op 15 October
met volbelaste toestellen van Makassar vertrok om via Ambon
en de Lucipara-eilanden naar Timor Koepang te gaan, welke
afstand 1875 km zonder tusschenlanding werd afgelegd
in 7% uur (inclusief rondcirkelen). Op 16 October werd
van Timor Koepang de terugreis aanvaard en na een vlucht van
6V2 uur zonder tusschenlanding vlot te Bandoeng geland (afstand
1810 km).
1103