ieder land tracht de economische afhankelijkheid zijner huishou
ding zoo gering mogelijk te maken. Alle voor een reeks van jaren
uitgestippelde economische plannen in Duitschland, Rusland,
Japan, Italië, Turkije en Perzië zijn daarop gericht. En straks
volgen andere landen. Zoolang met de mogelijkheid op oorlog
moet worden rekening gehouden, heeft een liberale handelspolitiek
geen kans meer tot ontwikkeling te komen. Die periode is voorbij.
Wat bestaat wordt met kunstmatige middelen in het leven gehou
den, nieuwe industrieën, waaraan geen behoefte bestaat uit den
grond gestampt. Men houdt geen rekening meer met de bestaande
wereldproductie-capaciteit, doch tracht onafhankelijk van de
voortbrenging elders een volmaakt nationaal productieapparaat
op te bouwen. Woeste gronden worden ten koste van veel geld
vruchtbaar en productief gemaakt, hoewel er genoeg voedsel
wordt geproduceerd. Men wil geen goedkoope Cuba- en Java-
suiker consumeeren, omdat men van den aanvoer daarvan in
oorlogstijd niet is verzekerd. Hoewel veel duurder dan het
natuurlijke product, wordt op groote schaal synthetische rubber
vervaardigd. Men zoekt zonder ophouden naar een synthetisch
product, dat chinine kan vervangen, een geneesmiddel, dat vooral
in oorlogstijd tot de onmisbare behoeften kan worden gerekend.
Enorme kapitalen worden geïnvesteerd in fabrieksinstallaties
voor de vervaardiging van vloeibare bedrijfsstoffen uit steen- en
bruinkolen, hoewel de aardolie van elders voor een fractie van
den prijs van het nieuwe product is te verkrijgen. Men richt
olieraffinaderijen op, zonder dat daaraan behoefte bestaat en dwingt
de oliemaatschappijen tot den opslag daarbij van enorme voorra
den van het ruwe product. Deze voorraadpolitiek wordt door vele
landen ten opzichte van velerlei vitale behoeften toegepast, om
zoo goed mogelijk gedekt te zijn tegen de gevolgen van een eco
nomische blokkade. Een dergelijke blokkade of boycot kan b.v.
het gevolg zijn van de toepassing van art. 16 van het handvest van
den Volkenbond, zoodat merkwaardig genoeg de Volken-
bondspolitiek autarchie in de hand werkt, de tegenstellingen en
het wantrouwen daardoor vergroot en aldus zijn eigen doel voor
bijstreeft.
Verkort komt de inhoud van dat artikel hierop neer, dat de
leden van den Bond zich verplichten alle handels- en financieele
betrekkingen af te breken met den staat, die in strijd met de begin
selen van den Bond een aanvalsoorlog is begonnen. Men weet,
dat in 1935/36 de toepassing van dat artikel tegen Italië, tijdens
den oorlog tegen Abessinië is geëischt. Voor de consequente door
voering schrok men evenwel terug, omdat Mussolini met den
Europeeschen oorlog dreigde. De belangrijkste strategische grond
stoffen, nml. aardolieproducten, kolen, ijzer en staal, werden
1111