7. VELDAPOTHEKEN door J. D. B. HUBERS VAN ASSENRAAD, Dir. Apoth. 2e kl. Alvorens over te gaan tot een "beschrijving van de veldapotheek, zooals deze thans bij den Militair Geneeskundigen Dienst in gebruik is, willen wij iets vermelden over de geneesmiddelenvoor ziening van den troep in tijd van oorlog in vroeger jaren. Hierbij werden in hoofdzaak geraadpleegd het werk van Dr. Konrad Gemeinhardt, Oberfeldapotheker, „Einführung in die Wehrphar- mazie, 1936 en het artikel van J. Thomann, Beitrage zur Geschichte des Milit'dr-Apothekenweseins im Schweizer Heer. 1 Als merkwaardige bijzonderheid valt op, dat van de manschap pen betaling geëischt werd voor de geneesmiddelen, welke zij ontvingen. Er was nml., ter dekking van de onkosten van aankoop der genees- en verbandmiddelen door den veldbarbier, ingesteld de z.g. „Medizingroschen". Zeer lang hield deze wijze van genees middelvoorziening stand, eerst in 1829 werd zij b.v. in het Pruisi sche leger afgeschaft. In 1427 is voor het eerst sprake van een veldapotheek zoo rukte het leger van den Keurvorst Frederik den Eersten uit, voorzien van een „Apothekerei" en een hospitaalwagen. 40 jaar vroeger (1387) had de stad Konstanz al een burgerapotheker aangewezen om in tijd van oorlog zijn diensten aan het leger te bewijzen. Eerst in 1656 zien we een veldapotheker te paard en een te voet ingedeeld bij het leger van den Grooten Keurvorst. Uit 1710 vinden we de beschrijving van een medicijnkist, zooals deze door den veldchirurg en veldbarbier meegevoerd moest worden. Het was, volgens het Reglement voor de Koninklijk Pruisische Infanterie van het jaar 1726, nog verboden aan de veldbarbiers medicijnen uit de apotheken van de regimenten mede te geven ten behoeve van de troepen te velde. Hoewel zij dus te zorgen hadden voor de zieken en gewonden, die niet in de lazaretten werden opgenomen, moesten zij de benoodigde genees- en verbandmidde- b Pharmaceutica Acta Helvetica 193493 1113

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 59