De knoopen en het kettinkje, alsmede de balk op de schou
derbedekkingen van de hoofdofficieren zijn voor de cavalerie,
militaire administratie, militaire apothekers en militaire
paardenartsen verzilverd (de balk geborduurd van zilver
draad) en voor de overige wapens en diensten verguld (de
balk geborduurd van gouddraad).
k. bijzondere onderscheidingsteekenen.
Bij de avondkleeding zullen worden gedragen
I. de nestels, voorgeschreven voor
le. De adjudanten in buitengewonen dienst van Hare Majes
teit de Koningin. (Deze adjudanten dragen bovendien op
de schouderbedekkingen instede van het wapendistinctief
een gekroonde W, van zilver, groot 2% cm);
2e. de adjudanten in gewonen dienst van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië
3e. de adjudanten in buitengewonen dienst van den Gouver
neur-Generaal van Nederlandsch-Indië.
II. desgewenscht de onderscheidingsteekenen voor de officieren
afkomstig van de Hoogere Krijgsschool, als vastgesteld bij
Koninklijk Besluit van 12 November 1931 Nr. 55, op de
rechterborst 1 cm rechts van den revers, ter hoogte van den
oksel
III. de onderscheidingsteekenen voor vliegers en waarnemers en
desgewenscht de onderscheidingsteekenen voor gewezen
vliegers en waarnemers als vastgesteld bij het besluit van
den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië van 9
September 1932 Nr. 22, op den linkerrevers, boven de plaats
vastgesteld voor de orde- en eereteekenen.
Bij de avondkleeding wordt c.q. de blauwe pet gedragen.
II. Vorenomschreven avondkleeding zal mogen worden gedra
gen in nader door de Commandant van het Leger aan te geven
gevallen, waartoe vermoedelijk zullen worden gerekend
officieele (niet ceremonieele) en niet officieele dienst en na-avond
partijen (recepties, Schouwburgvoorstellingen enz.), waarbij
door burgers avondkleeding wordt gedragen.
III. M.b.t. het dragen van orde en eereteekenen zijn voorts
eenige wijzigingen in het Koninklijk besluit van 4 Mei 1934 nr. 54
aangebracht, waardoor thans o.m. geldt, dat bij het vorenomschre
ven jacket slechts orde- en eereteekenen van kleiner dan model
formaat dan wel de desbetreffende linten worden gedragen.
Niet geoorloofd is het dragen van een combinatie van orde- en
eereteekenen van model-formaat en van kleiner dan dit formaat
en van de daarbij behoorende linten.
1) „en baton".
1125