1143 Gnl. B. verzuimt, aan te toonen, dat inderdaad met minder personeel kan worden volstaan. Bovendien kleven aar. de b-stun.bijn. nadeelen waar gnl. B. wel wat erg snel overheen glijdt. De vuurleiding behoeft geen bezwaar op te leveren, indien men S s °Pl°s~ sing aanvaardt, dat slechts met 1 sie. wordt ingeschoten (onze oude 3 stun bii.!). In de vurende bij. is het n.o.m. dan ook niet de taak van den bij.cdt., welke wordt verzwaard doch wel en n.h.v. in hooge mate, van O.C. en sie. cdtn. (gnl. B. wil laatstgenoemden dan ook een o.o. toevoegen) te meer, indien men zijn stellingen „kriegsgemasz" inneemt en de normale tusschen- mimten van 20 m loslaat. En juist in dit geval zullen nog meer moeilijk heden blijken wij betwijfelen het op grond van met afdn. van 3 X 4 stun, in eenige van onze mogelijke gevechtsterreinen opgedane ervaringen, ot het mogelijk zal zijn, daar met 6 stunbijn. op te treden. Ook denke men toch vooral niet te licht over den omvang van atdn. en bijn. van 18 en 6 stun.; zal deze omvang bij motorbijn. nog binnen redelijke grenzen blijven, de sterkte van een 6 stun.-bg. bij. zal al spoedig een 300 man, SO Australiërs en 125 Inh.pdn. bedragen om nog niet te reppen van den verderen aanhang van ongeveer 32 karren en een 5 tal vrachtauto s met aanhangwagens. Nu mag gnl. B. wel betoogen, dat het aantal staven niet behoeft te worden uitgebreid, voor een dergelijk onderdeel zal men tccii bezwaarlijk met den huidigen staf kunnen volstaan. Het grootste hezwaar is wel dat een dergelijke bij. of een uit dergelijke bijn. samengestelde afd. zoodanig omvangrijk wordt, dat zij niet meer geacht kan worden de mate van beweeglijkheid en snelheid van handelen te bezitten welke ook bij een optreden in de vlakte de bestaansredenen zijn van de bg.art.; zij moet de inf. in elk terrein met voldoende snelheid kunnen volgen en snel kunnen Wij hopen, dat de lezer uit de vorenstaande opmerkingen niet de slotsom trekt, dat in onze oogen niets zou deugen van het voorstel B.; in tegendeel, er zijn vele goede zijden aan doch wij hebben alleen willen waarschuwen tegen een al te vlotte ondoordachte overname van de nog onvoldoend uitge werkte ideeën. Deze uitwerking zal vermoedelijk niet lang op zich laten wachten wij vermoeden nml. dat het artikel wel aanleiding zal geven tot eenige gedachtenwisseling in de eerstvolgende nrs. van de R.d Art. Sch. Landsverdediging. Het „Vaderland" (Ned.) van 4 Oct. publiceert een onderhoud met het momenteel in Ned. vertoevend Hoofd van den Gnl. Staf, tevens Inspecteur der Mil. Lvt., den gnl.mj. v.d. gnl.st. G. J. Berenschot, betreffende de ver dediging van Ned.-Indië. Gnl. Berenschot wees in het bijzonder op de beteekenis van de landbommienwerpers voor de Indische weermacht. Hoewel deze bommenwerpers in de eerste plaats bestemd zijn voor de verdediging van Java, kunnen zij dank zij hun groote snelheid en actieradius, alsmede den aanzienlijken bommenlast, waardoor zij een mobiele macht vormen, welke snel en met kracht daar kan worden ingezet, waar de toestand zulks ver- eischt tevens dienstbaar worden gemaakt aan de verdediging van de buitengewesten. Dat een agressor met een sterke luchtmacht zal komen, acht gnl. B. boven allen twijfel verheven. De ligging van Ned.-Indië t.o.v. de omringende landen is echter zoodanig, dat het vooralsnog uitgesloten is te achten, dat een agressor van zijn eigen vliegvelden uit een aanval met zware bommenwerpers op Java zal uitvoeren. Hij zal daartoe eerst bezit moeten nemen van één of ander eiland of deel van een eiland in de buiten gewesten en daar een basis moeten inrichten, alsmede voor de bescherming ervan het noodige moeten verrichten. Van het oogenblik af, dat een aanvang wordt gemaakt met deze maat regelen, kunnen de landbommenwerpers hem in opeenvolgende aanvallen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 89