1150
tation de Médecine Militaire" gehouden voordracht, wordt gepoogd een
oplossing te geven voor het nijpende vraagstuk van den gewondenafvoer in
den modernen oorlog met zijn snelle troepenverplaatsingen en het ver
geleken bij vroeger vele malen grootere gewondengetal. Met het oog op de
vaak enorme afstanden, welke van de voorste lijn naar het achterland via de
verschillende schakels in de geneeskundige organisatie te velde moeten
worden afgelegd, en het groote aantal ernstig gewonden, dat in verband
met de technische vervolmaking der hedendaagsohe oorlogswerktuigen kan
worden verwacht, moet de M.G.D. niet alleen over een groote hoeveelheid,
doch ook over comfortabel en snel transportmaterieel beschikken.
Een der allerklemmendste eischen in den modernen oorlog is de mobili
teit der geneeskundige formaties te velde zoo hoog mogelijk op te voeren,
opdat zij onder alle omstandigheden het bewegingstempo der troependeelen,
waartoe zij behooren in staat zullen zijn te volgen.
In verband met het voorgaande beschouwt Bouissou het gewonden
transport met vliegtuigen direct van het slagveld naar de basishospitalen
(bij ons evacuatiehospitalen) in het achterland als het meest ideale. Maar
aangezien luchtvervoer van gewonden op grootere schaal voorloopig nog
wel tot de vrome wenschen zal blijven behooren, en de Geneeskundige
Dienst zich voorshands zal moeten tevreden stellen met langzamere en
minder comfortabele transportmiddelen als karren, automobielen en treinen,
is mede met het oog op het zoo gewichtige beginsel van den kritieken tijd,
een zorgvuldige gewondensorteering van het allergrootste belang.
Bouissou onderscheidt
1. gewonden van extreme urgentie,
2. gewonden van minder extreme urgentie en
3. lichtgewonden.
Men dient er rekening mede te houden, dat aan de gewonden der le groep
operatieve hulp zeer spoedig zal moeten worden verleend, en dat zij daarna
als regel gedurende eenige dagen onvervoerbaar zullen zijn. Hun aantal
kan men, uitgaande van de in den wereldoorlog opgedane ervaring, schatten
op ongeveer 5 van het totaal aantal buiten gevecht gestelden. Deze
categorie van patiënten, die doorgaans nog binnen het operatiegebied in
voorloopige verpleging zal moeten worden genomen, vormt een groot gevaar
voor de mobiliteit van hoofdverbandplaatsen en veldhospitaal zij zal daarom,
voor zoover zulks met de medische eischen maar eenigszins vereenigbaar
is, zoo klein mogelijk gehouden moeten worden.
Voorts stelt Bouissou de vraag hoe, als de tactische toestand zulks vor
dert, de verplaatsing van geneeskundige onderdeelen te velde dient te ge
schieden. Onder geen enkel beding zal men zonder speciale voorzorgsmaat
regelen een geneeskundige eenheid in haar geheel en gelijktijdig van plaats
doen veranderen, omdat gedurende den tijd, die met deze verplaatsing ge
moeid is, er een schakel ontbreekt in den keten van geneeskundige for
maties, welke ononderbroken de voorste lijn dient te verbinden met de
basishospitalen in het achterland. De meest ideale oplossing onder dergelijke
omstandigheden is het inzetten eener reserve-eenheid, maar daar beschikt
men niet onder alle omstandigheden over, en als ze eventueel beschikbaar
is, bestaan er vaak voor den gezaghebbende, die terzake moet beslissen,
motieven om ze in eigen hand te houden.
Een andere mogelijkheid is deze, dat een gedeelte vooruitgaat, terwijl de
rest van het personeel en materieel op de oorspronkelijke plaats achter
blijft, tot door het vooruitgezonden gedeelte de nieuwe eenheid opgericht
en bedrijfsklaar is. Een dergelijke werkwijze is echter slechts mogelijk als
de eenheid bestaat uit een dubbel stel uniforme en tegen elkaar uitwisselbare
onderdeelen.
De conclusies waartoe Bouissou komt zijn de volgende. Een Geneeskundige
Dienst kan in den op en top vermechaniseerenden hedendaagschen oorlog