de nationale aspiraties der Arabieren met zich bracht, bewaar heid. „A too inelastic adherence to our old Imperial policy and a too „supple (hm interpretation of our assurances had involved „us in widespread trouble Lloyd George benoemde toen Winston Churchill tot leider van het te stichten Ministerie van Koloniën en deze was groot man genoeg om dadelijk Lawrence te raadplegen over de ten aanzien van Arabië te treffen maatregelen. Onomwonden verklaarde Lawrence, dat succes geheel afhankelijk zou zijn van de bereid heid om iets te wagenin 't bijzonder om in Mesopotamië een Arabisch Koning te benoemen, en voorts de sterke legermacht te vervangen door een luchtmacht, zijnde deze een minder op dringerig en bovendien economischer type van vreemd garnizoen dan een leger. Churchill aanvaardde zijn functie en verzocht Lawrence als politiek raadsman te willen optredenwaarmede deze instemde op voorwaarde, dat nu voor zoover dat in Britsche macht lag de beloften aan Arabië zouden worden vervuld. Syrië was door de Franschen opgeslokt, maar over Mesopotamië en Transjordanië kon Engeland nog beschikken. In Februari 1921 kwam het Colonial Office tot stand, en in Maart gingen Winston Churchill, Lawrence en Young naar Cairo, om daar te confereeren met alle autoriteiten van Oorlog, Luchtmacht en Buitenlandsche Zaken, welke bij de Nabije Oost betrokken waren. Gelukkig waren, zooals dat bij democratische regeermethoden te doen gebruikelijk is, de op de Caïro-confe- rentie te nemen besluiten reeds vóór het vertrek uit Engeland vastgesteldzoodat onder Churchill's meesterlijke leiding de conferentie de besluiten slechts behoefde te bevestigen. Faisoel, door de Franschen uit Damascus verjaagd, werd in Irak door vrije verkiezingen („as free as elections in Engeland" merkt Liddell Hart niet zonder humor op) tot Koning gekozen en in Augustus gekroond. Engeland heeft zich derhalve ten aanzien van Mesopotamië van een smaad bevrijd. Wel werd Faisoel ver plicht om zijn souvereiniteit te deelen met het Britsche man daatschap 1maar omdat sir Percy Cox de juiste opvatting van zijn taak heeft begrepen en zich heeft bepaald tot die van raadsman des Konings, is gebleken, dat de opdracht van eene Mandaatmogendheid bij eenigen goeden wil naar letter en geest uitvoerbaar is. Churchill c.s. hebben echter nog meer bereikt. In Palestina waren de Arabieren onrustig, en deze onrust (het was toen 1921 kwam tot uitbarsting, toen Abdoelah naar Amman kwam met het doel, de Franschen in Syrië te doen boeten voor de ver- Inmiddels is in 1932 aan dit Mandaat voor goed een einde gekomen. 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 15