genoemde kortste weg door de Oude Wereldzee naar Indië en de
petroleumbelangen het geheel opgeven van de Arabische landen
aan de Arabieren weinig aantrekkelijk maken.
Toch zal het er van moeten komen, omdat
1. de Arabieren hun pan-Arabische gedachte nooit zullen prijs
geven
2. de eenig mogelijke oplossing van het Jodenvraagstuk een
totaal Arabië, voor Arabieren en Joden tezamen, onverbid
delijk eischt.
Het eerstgenoemde punt kunnen wij verder laten rusten,
omdat uit de voorafgegane geschiedenis een ieder wel heeft
kunnen opmaken, dat de Arabische volken, trots hun onderlinge
verdeeldheid, een zeer strijdlustige en energieke massa vormen,
welke het vechten voor een geloof in het bloed zit, en die b.v.
onder de leiding van Ibn Saoed tot alles in staat is en zeker
niet zooals de Hindoes en Mohamedanen in Britsch-Indië
verklaren „den dag zal verbeiden, waarop de laatste Engelsch-
man de Indische (hier de Arabische), kust verlaat
Engeland heeft in Arabië geen enkel „bezettingsrecht uit
traditie" te noemen, omdat vóór 1917 het gansche gebied onder
Turksche souvereiniteit stond derhalve kan Engeland zich ook,
zonder aan de traditie tekort te doen, uit dit gebied terugtrekken.
En hoe eerder het dit doet, hoe beter het zal wezen voor Europa.
Wat de oplossing van het Jodenvraagstuk betreft, dienen wij
uitvoeriger te zijn, omdat deze kwestie zoo veel moeilijker is
en hare beslissing van zoo bijzonder dringenden aard. Wij zullen
daarom, zij 't zeer in 't kort, het geheele geval historisch moeten
bezien. x)
Ter inleiding willen wij de titels opsommen van de hoofdstuk
ken uit het boek van prof. de Vries de Heekelingen, omdat daar
door al dadelijk een klaar, algemeen, beeld van het zoo uiterst
moeilijke vraagstuk wordt gegeven, en tevens de hoop op het
uiteindelijk succes wordt neergelegd in de woordenWeder
geboorte en opluchting. De titels luiden
I. Wat ons scheidtII. Vruchtelooze pogingen
a. De Talmoed, a. Het Doopsel,
b. Revolutionnaire b. De emancipatie,
neigingen, c. De assimilatie.
c. Het streven naar de
wereldheerschappij
b Vele gegevens hiertoe ontleenen wij aan het uitstekende boek van
Prof. H. de Vries de Heekelingen„Israël, son passé, son avenir". (Librairie
académique Perin, Paris 1937.)
En aan artikelen van den hooggeleerden schrijver in Nieuw Nederland
van Februari en Juli 1937.
24