Zijn er hiaten in het vijandelijk vuurfront ontstaan, dan ontstaat op die plaatsen een manoeuvre als in geval I. Is op andere plaatsen de weerstand te sterk gebleven, dan zal de voorwaartsche bewe ging daar worden gestaakt en uitsluitend een vuurgevecht ont staan en een dreiging met beweging, welke in beweging overgaat, zoodra om een of andere reden de kracht van de verdediging verzwakt. Doch zoolang deze niet verzwakt, is beweging uitgeslo ten, omdat hier omstandigheden zijn, welke tijdelijk overeen komen met geval V. ad. V. Aanval op krachtig, aaneensluitend vuurfront zonder art. steun. Na het voorafgaande behoeft het geen betoog, dat in dit geval elke beweging der inf. uitgesloten is. Wie daaraan mocht twijfelen, verwijzen wij naar de behandelde voorbeelden en naar de tallooze andere voorbeelden uit den wereldoorlog. In dit geval is er slechts één oplossing. Trachten door een krachtige vuurwerkzaamheid en een dreigen met beweging vijandelijke krachten te binden en daardoor te verhinderen, dat deze elders worden ingezet. Een nauwkeurige waarneming van 's vijand front is geboden ten einde verschijnselen te kunnen waarnemen, welke op verzwakking van den weerstand wijzen. Dat daarom af en toe pogingen gedaan moeten worden tot beweging, is duidelijk, ondanks het daaraan verbonden risico van het lijden van verliezen. Met vuren alleen bindt men geen vijand, al wordt toegegeven, dat hierin ook een zekere mate van dreiging gelegen is, omdat zij den vijand m het onzekere laat omtrent hetgeen er wellicht op dit frontgedeelte nog kan gebeuren. DE AANVAL IN BEDEKT TERREIN. Tot slot willen wij nog in het kort een en ander zeggen omtrent den aanval onder bijzondere omstandigheden nml. in bedekt terrein. Wij wezen hiervoor reeds in het algemeen op de beteekenis van hindernissen voor den verdediger. Haar eigenschap, de aanvallende inf. te dwingen zich voor het doorschrijden daarvan eenigen tij bloot te geven, is van doorslaggevende beteekenis in bedekt terrein, daar het vrijwel het eenige tijdstip is, waarop de aanval lende inf. zich moet blootstellen aan het vuur van den verdediger. Neutralisatie van de vuurorganen van den verdediger door een voorafgaande art. beschieting is veelal uitgesloten. De strijd om het al of niet slagen van den aanval staat of valt met het over schrijden van de hindernis. Het aaneengesloten vuur van den verdediger op de hindernis vormt de eenige onaantastbaarheid van de stelling. Zoolang dit vuur intact is, kan geen overschrijding 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 36