Onderstaande beschouwingen omtrent het verloop van de oefeningen hebben ten doel eenig inzicht te verschaffen in de opvattingen, die thans in Singapore, met betrekking tot de verde diging van deze vlootbasis worden gehuldigd, alsmede in de aanvalsmethoden, welke men aldaar blijkbaar van een eventueelen tegenstander verwacht. II. BEGINSELEN VOOR DE VERDEDIGING VAN SINGA PORE. In het algemeen zullen de beginselen voor de verdediging van een object moeten berusten op de maatregelen, welke door den tegenstander waarschijnlijk zullen worden genomen. Singapore is kwalitatief uitstekend, kwantitatief daarentegen minder goed verdedigd. Op grond hiervan zal een aanvaller er alles op zetten om het tijdig aantrekken van versterkingen van elders te voorkomen. Dit zou hij kunnen bereiken door zijn toevlucht te nemen tot een coup de main in vollen vredestijd, zonder voorafgaande oorlogsverklaring. De verdediger is hierdoor genoodzaakt te allen tijde paraat te zijn, d.w.z. steeds een aan minimum eischen beantwoordende hoeveelheid troepen ter plaatse gereed te houden en op de daartoe in aanmerking komende punten over de noodige permanente verdedigingswerken te beschikken. Bij het vaststellen dier eischen zal uiteraard rekening worden gehouden met de meest waarschijnlijke aanvalsrichting van den vijand. De ligging van Singapore tegenover Johore, het meest zuidelijke punt van het Maleische schiereiland, sluit een onverhoedschen aanval van grondstrijdkrachten uit het Noorden door nagenoeg onbegaanbare streken practisch geheel uit. Men zal dus het oog gericht moeten houden op een aanval over zee, gevolgd door een landing en gepaard gaande met aanvallen uit de lucht. Het wordt echter niet mogelijk geacht, de verplaatsing van een groot aantal schepen, benoodigd voor een dergelijke actie over zee, volledig geheim te houden. Als regel zal dan ook wel de mogelijkheid bestaan om nog tijdig Engelsche marinestrijdkrach ten van het Zuid-China-Station of uit Indië aan te trekken. Hierbij dient echter in aanmerking te worden genomen, dat een opeenhooping van groote schepen in de nauwe Singapore wateren een welkom doel voor 's vijands luchtmacht zou vormen. Volgens een bericht in Aeroplane heeft admiraal RUSSEL, de opper bevelhebber der marinestrijdkrachten, welke aan de manoeuvres deelnamen, in dit verband bij de bespreking van de manoeuvres opgemerkt, dat een vloot van een groot aantal lichte schepen, waaronder vooral onderzeebooten, voor de verdediging van Singapore het meest doelmatig moet worden geacht. Behalve dat 42

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 42