zetten. Deze pogingen faalden, evenals een aanval op den ooste
lijken ingang van Keppel Harbour.
De Roode luchtmacht had een rustige nacht, daar de opper
bevelhebber haar wilde sparen. Hoewel de eigenlijke Blauwe
hoofdmacht nog niet was waargenomen, gaven de verrichtingen
van de Blauwe torpedojagers in den voorafgaanden nacht een
aanwijzing, dat zij den volgenden dag in zicht zou komen, in welk
geval zij onmiddellijk met alle kracht zou moeten worden aange
grepen. De normale bewaking der zeestraten werd uiteraard
gehandhaafd.
e. De derde manoeuvredag.
Deze was wel de belangrijkste van de manoeuvres. Behalve
enkele torpedojagers en onderzeebooten werd te 8.00 een Blauw
vliegkampschip („Hermes") begeleid door twee onderzeebooten
op ongeveer 350 km O.N.O. van Singapore gemeld. Voorts was
even te voren in dezelfde richting, ongeveer 100 km dichterbij,
een kruiser waargenomen.
Dank zij de berichten van vier met het vliegkampschip voeling
houdende vliegbooten konden twee bombardementsafdeelingen
van Rood gezamenlijk een aanval uitvoeren. Het eskader startte
om 11,40 van Seletar, en voerde te 13.00 op 145 km afstand van
Singapore het eerste bombardement uit, dat een uur later werd
herhaald, thans op 100 km. Beide keeren kon de aanval, met de
zon in den rug en op groote hoogte vliegende, volkomen verrassend
worden uitgevoerd, zoodat de op het dek van de Hermes gereed
staande vliegtuigen niet tijdig konden opstijgen om den aanval te
onderscheppen. Wel stegen na het tweede bombardement negen
jagers van het vliegkampschip op deze achtervolgden de naar
huis terugkeerende aanvallers, die bij de landing op SELETAR dan
ook beschoten werden, evenals enkele andere op het vliegveld
aanwezige doelen.
Tegen het invallen van de duisternis, werd op 230 km N.O. van
Singapore het Blauwe transportschip gemeld, begeleid door een
paar torpedojagers, terwijl om 18.00 nog een kruiser met 3 jagers
ongeveer 80 km O. werden gezien. Daarmede was dus practisch
al het vijandelijke materieel opgespoord.
Naar aanleiding van deze meldingen en gezien den betrekkelijk
geringen afstand van het transportschip, kon Rood een doorgezette
landingspoging bij het aanbreken van den volgenden dag verwach
ten. Het was voor Rood van veel belang zoo mogelijk dezen aanval,
nog voordat hij tot uitvoering kwam, te doen mislukken.
Dit kon door het late tijdstip, waarop het transportschip was
gemeld, slechts tot stand worden gebracht door tot een nachtelijk
bombardement, met alle daaraan verbonden moeilijkheden, te
besluiten. Ten einde de kans op misvliegen zoo veel mogelijk te
47