6. ENKELE AANTEEKENINGEN OVER ONZIJDIGHEID
N.A.V. DE AMERIKAANSCHE NEUTRALITEITSWET
door
M. D. SCHAAFSMA,
Kapitein van den Gnl. Staf.
INLEIDING.
Pers en periodiek maakten in de afgeloopen maanden in berich
ten omtrent de houding van de Vereenigde Staten van Noord
Amerika inzake het Chineesch-Japansche conflict herhaalde
malen, meestentijds echter slechts terloops, gewag van de Ame-
rikaansche Neutraliteitswet.
Wat behelst deze, wat is haar strekking en hoe ver gaat dit
product van nationale wetgeving op het gebied van internationaal
recht Gezien de belangen, welke de Unie in en om de Pacific
bezit en den grooten invloed, welken zij sedert haar ontstaan
heeft uitgeoefend op de ontwikkeling van het neutraliteitsrecht,
zal het goed zijn, dat ten onzent eenig algemeen inzicht bestaat
in de huidige Amerikaansche opvattingen terzake, temeer daar
deze, zooals zal blijken, in niet onbelangrijke mate afwijken van
de tot nu toe omtrent dit onderwerp algemeen gehuldigde denk
beelden bij te dragen in het verkrijgen van dit inzicht is de
bedoeling van dit artikel, hetwelk zich i.v.m. de algemeene strek
king en de beschikbare ruimte zal beperken tot de hoofdzaken.
DE ONTWIKKELING VAN HET NEUTRALTEITSRECHT.
Er bestaan vele min of meer uiteenloopende definities van het
begrip neutraliteit. Gnl. van Oordt2) omschrijft het als den
toestand van die staten, welke tijdens een oorlog tot geen der
beide oorlogspartijen behoor en". Prof. Francois 3) verstaat onder
onzijdigheids- en neutraliteitsrecht „het samenstel van normen,
regelende de betrekkingen tusschen de oorlogsvoerenden en de
niet aan den oorlog deelnemende staten voorzoover deze betrek-
51
I
1) Somlo-Walz, Handbuch des Völkerrechtesdeel V, von Waldkirch en
Vanselow, Das Neutralitatsrecht, 1936 blz. 6.
Van Oordt. Handleiding bij het Onderwijs in de oorlogs- en neutra-
liteitsregelen, K.M.A., 1919 blz. 77.
3) Francois, Handboek van het Volkenrecht II, 1933 blz. 475.