Nog een enkel woord over neutraliteitswetten en proclamatiën. Wij citeeren hieromtrent allereerst prof. Francois (blz. 480 van het reeds aangehaalde werk). Wij vestigen nog de aandacht op het woord „veelal" waarmede de derde der aangehaalde zinsneden aanvangt. Inderdaad is de uitvaardiging van neutraliteitswetten of -proclamatiën volken rechtelijk niet verplichtendnoch omtrent het tijdstip 17) van uitvaardiging, noch omtrent den inhoud zijn regels vastgelegd. De door prof. Francois gegeven opsomming van onderwerpen, welke in de neutraliteitsproclamatiën kunnen worden behandeld, zal het den lezer duidelijk maken, dat met het opstellen van de proclamatiën niet kan worden gewacht tot de behoefte aan uitvaardiging bestaat, doch dat de inhoud te voren en terdege dient te worden overwogen, waarbij mede rekening zal zijn te houden met de mogelijke oorlogsgevallen. 18) Thans de ervaringen uit de jaren 1914-1918. Zijn op het gebied van landneutraliteitsrecht geen binnen het kader van dit artikel 55 „De regelen betreffende de rechten en verplichtingen der onzij- „digen vinden hun basis in het Volkenrecht en gelden onafhankelijk „van de inzichten der betrokken neutralen. „Sommige Staten hebben neutraliteitswetten vastgesteld, waarin de „verplichtingen van de onderdanen in geval van onzijdigheid zijn „neergelegd. Zoo bestaan in de Vereenigde Staten van Amerika de „Neutrality Laws van 1818, opgenomen in de Criminal Code van 4 „Maart 1909 in Groot-Brittanië de Foreign Enlistment Act van 1870. „Veelal gaan de onzijdigen ertoe over, bij het uitbreken van een „oorlog de door hen toe te passen neutraliteitsregelen af te kondigen „in Neutraliteitsproclamatie". ,e) Het nut ervan is drieledigin de „eerste plaats kunnen de Staten daarin bepalingen opnemen, die „krachtens de verdragen moeten worden vastgesteld in de tweede „plaats kunnen de proclamaties dienen ter vaststelling van in de „verdragen niet geregelde onderwerpen, en in de derde plaats worden „de eigen onderdanen ingelicht omtrent de verplichtingen, die de „neutraliteit oplegt hetgeen in het bijzonder van belang is in Staten, „die geen neutraliteitswet kennen". 16) Zie b.v. de Nederlandsche Neutraliteitsproclamatie van 4 Augustus 1914, (Verzameling enz. K.M.A., deel IX) waarnaast nog rekening dient te worden gehouden met het K.B. van 3 Aug. 1914, Stbl. No. 354, inhoudende „het verbod van overschrijding van de landsgrenzen door alle luchtvaarders, niet behooreride tot d,e Nederlandsche land- of zeemacht". De rechtmatig heid van dit verbod is door de oorlogvoerenden slechts in zooverre be streden, dat bezwaar is gemaakt tegen de Nederlandsche opvatting, dat ook het overvliegen van de territoriale wateren niet was toegestaanonze Regeering handhaafde echter het verbod. Zie nader Frangois, a.v. blz. 538 Somlo-Walz a.v. blz. 313. 17Het is wel voorgekomen, dat een neutraliteitsproclamatie reeds werd uitgegeven in den aan een krijg voorafgeganen spanningstijd. j Zoo is het denkbaar, dat neutraliteitsproclamatiën van mogendheden met overzeesche gebieden meer, op die gebieden betrekking hebbende, bepalingen bevatten indien het geheele rijk gevaar loopt in het conflict te worden betrokken dan ingeval dit gevaar zich tot het moederland beperkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 55