de kans op het ontstaan van conflicten wellicht zelfs grooteren
dan kleineren omvang aanneemt.
Deze bepaling opent de mogelijkheid het voor oorlogsschepen
geldende regiem toe te passen op handels-onderzeeërs en bewa
pende koopvaarders. Engeland besloot reeds in 1913 koopvaar
dijschepen van een bewapening te voorzien voor hun verdediging;
Nederland is in de jaren 1914-1918 de eenige neutrale staat ge
weest, welke dergelijke schepen heeft beschouwd als oorlogs
schepen. Van meer belang werd de beantwoording van de vraag
of zulks al dan niet juist is, toen tijdens den wereldoorlog als
tegenmaatregel tegen het optreden der Duitsche onderzeeërs
aan geallieerde zijde op groote schaal werd overgegaan tot
bewapening van koopvaarders met de opdracht, in geval van een
aanval of aanhouding door duikbooten, onmiddellijk ten aanval
te gaan. Engeland betoogde, dat deze aanval slechts de verde
diging ten doel had en de daartoe benoodigde bewapening het
handelsvaartuig niet stempelde tot oorlogsschip, bij welke opvat
ting de neutralen zich tenslotte neerlegden. Zoo ook de V.S.,
die nog op de in 1928 gehouden Panamerikaansche conferentie
voorbehoud maakten tegen de in een ontwerp conventie betref
fende het zee-onzijdigheidsrecht opgenomen bepaling, welke
bewapende koopvaarders van oorlogvoerende mogendheden v.w.b.
oponthoud, bevoorrading en reparatiën in neutrale havens en
territoriale wateren gelijkstelde met oorlogsschepen. De mogend
heden, die van meening zijn, dat een de eigen verdediging be-
oogende bewapening van handelsvaartuigen deze niet doet vallen
onder het voor oorlogsschepen geldende regiem, zullen ter
voorkoming van moeilijkheden goed doen, bij het uitbreken van
een oorlog duidelijk aan te geven, waar de grens van de bewape
ning ligt om nog te kunnen worden geacht slechts te zijn bestemd
voor eigen verdediging.
De restrictie is gemaakt m.h.o. op de mogelijke noodzakelijk
heid, officieele personen, dagbladcorrespondenten e.d.m. toch met
vorengenoemde schepen te doen reizen.
60
7. Het is verboden Amerikaansche havens op eenigerlei wijze
te bezigen als basis voor de aanvulling van de bemanning, bewape
ning,, munitie- en andere uitrusting van oorlogs- of hulpschepen
van oorlogvoerenden.
9. Indien de President zulks ter handhaving van den vrede aan
de V.S. noodig acht is hij bevoegdden toegang tot de havens en
territoriale wateren te verbieden aan onderzeeërs en gewapende
koopvaarders, e.e.a. behoudens door hemzelven te bepalen uitzon
deringen.
9. Het is Amerikaanschen onderdanen verboden te reizen met
schepen van oorlogvoerende nationaliteitde President kan ont
heffing verleenen van dit verbod.