draagbalk 8000 kg dragen het gewicht van de schraag bedraagt
300 kg.
Het landhoofd wordt gevormd door een zwaren djatihouten
grondbalk, welke is voorzien van dubbele sjorhaken voor beves
tiging van de bruglig'gers. De grondbalk wordt op den oever vast
gelegd met piketten van staalbuis.
De bovenbouw van bruggen en veren bestaat in elk vak uit
4 houten en 4 stalen brugliggers, laatstgenoemde gelegd in groepen
van twee ter plaatse van de raddrukken der voertuigen. De
brugdekplanken worden bevestigd op de uiterste houten brug
liggers met woelsjorringen en radkeerders, waarvoor houten brug
liggers worden benut. Alle houtwerken zijn van djati, waaraan
hooge eischen van kwaliteit zijn gesteld, zulks teneinde groote
spanningen toe te kunnen laten en daardoor geringe afmetingen
te verkrijgen, waardoor weer het gewicht van het materieel tot
een minimum beperkt blijft.
Tot het materieel behooren voorts vaargereedschap (roei
riemen, roeidollen, schippershaken, pompen en klipankers van 50
kg), laadkleppen, welke dienen voor den overgang van voertuigen
van de aanlegsteigers op de vlotten, buitenboordmotoren voor
voortbeweging van pontons en vlotten over zeer breede wateren,
touwwerk (sjortouwen, vanglijnen, tuitouwen en ankertrossen)
en hulpmiddelen voor het vervoer van het materieel op vracht
auto's.
Het materieel is ingedeeld in ponton-af deeling en. Elke afdeeling
bestaat uit 12 pontonvakken, 4 schraagvakken en 2 landhoofd-
vakken.
Elk vak bevat het materieel, dat noodig is voor den bouw van
een bepaald brugvak in de 5 tons brug, terwijl in elk vak gerekend
is op 100 reserve aan touwwerk. Onder brugvak wordt hier
verstaan een steunpunt (ponton, schraag of landhoofd) met aan-
grenzenden bovenbouw tot een volgende ondersteuning. Aldus
komen in een pontonafdeeling 12 pontons, 4 schragen en 2 land-
hoofden voor. Aangezien uit het materieel ook veren moeten
worden gebouwd, waarbij meer landhoofden noodig kunnen zijn
dan bij een brug, is het aantal grondbalken in elk landhoofdvak
op 2 gebracht. Voorts zijn in een afdeeling opgenomen 2 buiten
boordmotoren, 4 tweewielige onderstellen, 4 laadkleppen, eenige
reserve-onderdeelen van pontons en schragen en het noodige
materieel voor het beladen van de vrachtauto's.
Bij het ontwerpen van het materieel en het samenstellen der
verschillende vakken is er op gerekend, dat elk vak vervoerd
moet kunnen worden op een willekeurige 2 a 2% tons vrachtauto.
Elke auto vormt a.h.w. een eenheid aan materieel, welke achter
eenvolgens bij een brugslag noodig is.
Per ponton-afdeeling zijn benoodigd 18 vrachtauto's t.w. 12
pontonauto's, 4 schraagauto's en 2 landhoofdauto's. De wijze van
73