overzetten van voetvolk geschiedt gewoonlijk sneller met af zonderlijke pontons dan met een veer. Met onderscheidt 5 en 10 tons-veren. Zij zijn bestemd voor het overzetten van voertuigen met een gewicht van onderschei denlijk ten hoogste 5 en 10 ton. Aangezien de vlotten mogen worden belast tot nog een boordhoogte van 25 cm aanwezig is, kan de eventueel nog beschikbare dekruimte worden benut voor het overzetten van voetvolk of licht materieel. Een pontonveer bestaat uit 2 aanlegsteigers en één of meer pontonvlotten. Het aantal vlotten, dat tusschen twee steigers vaart, is afhankelijk van de rivierbreedte en de hoeveelheid over te zetten materieel, doch wordt uiteraard beperkt door de be schikbare hoeveelheid pontonmaterieel. Gewoonlijk kan met 2 vlotten worden volstaan. De 5-tons vlotten bestaan normaal uit 3 pontons, de 10-tons vlotten uit 4 of 5 pontons. Het nuttige dek- oppervlak van een 3 pontons-vlot bedraagt 2.50 X 9.80 m. Met het materieel van een ponton-af deeling kunnen 2 veren worden gebouwd, elk bestaande uit 2 vaste aanlegsteigers en 2 pontonvlotten van 3 pontons. Vlotten worden op rivieren van hoogstens 100 m breedte overgetrokken, overgereept dan wel overgegierd. Het benoodigde personeel op het vlot omvat 1 commandant, 2 stuurlieden in de uiterste pontons om zoonoodig de strijkroeren te bedienen, min stens 4 man bij den reep of de steektouwen en voor het aanleggen van het vlot. Op breede rivieren worden de vlotten geroeid, dan wel voortbewogen met behulp van buitenboordmotoren of motorbooten, al dan niet te zamen met roeien. Om met een vlot te roeien worden ingedeeld1 commandant, 2 stuurlieden in de uiterste pontons, minstens 4 roeiers, die op de buitenste boorden (bakboord en stuurboord van het vlot) roeien. Bij grootere rivierbreedten en stroomsnelheden moet het aantal roeiers geheel of gedeeltelijk worden verdubbeld; bij 5-tons vlotten van meer dan 2 pontons kan zoo noodig ook in de mid delste pontons worden geroeid. Bij het roeien met een vlot worden de commando's en aanwijzingen gegeven door den commandant. Op eiken aanlegsteiger zijn 2 man ingedeeld voor het vastmeren van het vlot met de hun toegeworpen tuien en voor het leggen van laadkleppen. 77

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 77