81 2 cien. gemot, genie 2 brign. vewn.,; 1 cie. vb. troepen geneesk. dienst. (B.B.S.M. Oct. 1397). Het J ap an s ch e leger. De Russische medewerker van la „Renaissance" A. Zaitzov, heeft een artikel geschreven over het Jap. leger, waarvan de vocrnaamste gedeelten worden weergegeven in „La France militaire" van 8 Oct. 1937. Het Jap. leger, z gt S., is thans het beste leger der wereld. Gedurende de schooljaren heeft een grondige voorbereidende militaire opleiding plaats. Is deze volledig gevolgd, dan wordt een diploma uitgereikt, waardoor de eerste cpkomst van 2 jaren tot 1 jaar of 10 maanden kan worden bekort. De overbevolking is oorzaak, dat men van elke 4 voor den dienst geschikte jonge mannen, er slechts 1 inlijft, waardoor men alleen de zeer geschikten krijgt, terwijl men door de goede vooropleiding over een groote reserve beschikt. Bovendien is, docr de omstandigheid dat het Jap. leger nog nooit een oorlog heeft verloren, de overtuiging van onoverwinnelijk te zijn, diep in het hart van eiken soldaat gegrift. Na den R.Jap. oorlog werd besloten het leger te brengen cp 25 vredes- div., waarvan in oorlogstijd 50 divn. moesten worden gevormd, doch na den wereldoorlog is men met de legeruitbreiding opgehouden en heeft men zich hoofzakelijk op versterking van de vloot toegelegd. Men had toen 21 vredes-divn. Tengevolge van de aardbeving van 1923 werd het aantal divn. tot 17 vermind rd, waarvan de uitrusting na de gevechten in Shanghai in 1932, echter in s':erke mate is gemoderniseerd. De inf. is uitgerust met pag. (per bat.), inf. bommenwerpers, bergbat- terijen (per reg.), terwijl het aantal rnitm. per reg. cp 144 is gebracht. (Wij teek nen hierbij aan, dat dit getal ons zeer hoog voorkomt. Volgens den staat op blz. 90 van het W.J.-I.K.V. 1936 zouden per bat. zijn inge deeld 18 lichte mitm., 8 mitrn. en 1 mitr. van 13.7 mm)Bovendien be schikt elke div., behalve over 9 bijn. lichte kanonnen, over een groep hwn. Door vorengeno mde reorganisatie, welke in 1934 tot stand kwam, is de vuurkracht van een Jap. inf. div. op het peil gebracht van die van een Eur. div. Alleen de art. bedraagt ongeveer de helftdit bezwaar wordt nog vergroot dcordat men geen legerkorpsen kent en dus ook niet over legerkorps-art. beschikt. Over het algemeen kan men zeggen dat in Japan wel de techniek, doch niet de tactiek van het Westen wordt overgenomen. Na 1934 heeft men wat het leger betreft vooral aandacht besteed aan de luchtmacht en aan motorisatie en mechanisatie. Het aantal luchtvaart- regn. is van 8 gebracht op 16, waarvan de helft is gestationneerd op het vaste land, 6 in het Kwantceng-leger en 2 in Korea; 1 reg. ligt op Formosa. Het aantal gevechtsvlgn. van de vloot bereikte in 1937ongeveer het getal 2000; hieronder bevonden zich veel verouderde typen, doch moderni seering heeft geregeld plaats. Japan bezit geen zware bombardementsvlgn. zij zijn van het lichte of midde'bare type, met eer. capaciteit van 500 en 1000 kg en met een snelheid van ongeveer 250 km/u. Bij de mechanisatie zijn 4 regn. vewn. gevormd, waarvan er 2 zijn ge groepeerd tot een div. Behalve deze regn. zal elke inf. div. de beschikking krijgen over een groep van 24 tanks, terwijl aan elk der 4 cav. brign. een pantserafd. van 12 paun. en 12 vewn. zal worden toegevoegd. De tanks zijn, evenals de vlgn., van Jap. constructie. Men heeft 3 typen: de Carden Lloyd, de lichte tank M 2593 en de middelbare tank M 94. Alle tanks zijn van Engelsch origine, zeer snel (45 a 50 km/u) en zwak gepant serd (max. 14-17 mm; alleen van de lichte tank bestemd voor nauwe samenwerking met de inf. is de pantsering gebracht op 22 mm).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 81