86
La Revue d'Infanterie. Sept.nr.
>rLe tir courbe dans 1'infa.nterie" door Kol. Schmitt.
De Fr. inf.cie. en het esk.cav. zijn thans uitgerust met een mrt. van 60 mm,
een wapen dat de schakel vormt tusschen het krombaanwapen van de sie.
(den geweergranaatwerper) en den mortier van 81 mm van het bat. De
mrt. van 60 is aldus S. het voornaamste offensieve wapen van de
fus.cie. Het gevolg van de invoering moet wel een grondige wijziging van
de tactiek der kleine eenheden in het offensief ten gevolge hebben, aangezien
de kleine eenheden in het bijzonder afhankelijk zijn van de technische
eigenschappen van haar wapen.
De noodzakelijkheid van de invoering van den lt.mrt. werd, vooral na
den wereldoorlog, duidelijk gevoeld, maar uit zuinigheidsoverwegingen
aarzelde men, ook in Frankrijk, om het in te voeren. Met het gevolg dat
men de oplossing van de begeleiding van de inf. met vuur zocht in een
nauw verband tusschen inf. en art. en tenslotte in het systematisch gebruik
van de vuurbasis, waarvan de mitr. het hoofdelement was. In sommige
gevallen is het inderdaad wel mogelijk den inf.aanval met mitr.vuur te
begeleiden, maar de voorwaarden (gunstig terrein, mogelijkheid van waar
neming van vij. en eigen troepen, mogelijkheid de uitwerking te controleeren
en te regelen) noodig voor een vuurbasis beperken de toepassing tot uitzon
deringen. En dan nog is men van den steun uit een vuurbasis alleen maar
voor den eersten sprong uit de uitgangsopstelling verzekerd, tenzij men
dank zij een zeer lang oponthoud gedurende den aanval opnieuw het vuur
kan organiseeren. Het doel van dien vuursteun is echter den aanval te
bespoedigen. Ook de regeling van het art.vuur op vij .doelen, welke bij de
art.voorbereiding niet buiten gevecht zijn gesteld, vergt een buitengewoon
lang oponthoud, ofschoon ook hierbij het doel is een zoo snel mogelijk
oprukken van de aanvallende inf. te bevorderen. Bij al deze methoden
kwam men tot de erkenning dat de oplossing van het begeleiden van de
inf. met vuur ligc in krombaanvuur uit wapenen, welke tot de inf. zelf
behooren.
Het is hoofdzakelijk ook de mortier, waarmede een cdt. invloed op het
verloop van den strijd kan uitoefenen, want deze maakt vuur over de eigen
troepen mogelijk. De mortier is ook een werkelijke reserve voor iederen cdt.,
die er de beschikking over heeft, want ook al is het wapen ingezet, in
zeker opzicht blijft de mogelijkheid bestaan het weder beschikbaar te
krijgen.
De mortier stelt voorts in staat het vuur en de beweging bij de inf.
gelijktijdig te doen plaats vinden, hetgeen vooral in de laatste phase van
den aanval, onmiddellijk den stormloop voorafgaande, van groot belang is.
S. ziet nu weer de mogelijkheid tot manoeuvreeren voor kleine eenheden
en een evenwicht tusschen de offensieve en defensieve kracht van de inf.
De inf. behoeft den mortier in alle echelons, teneinde de gedekte auto
matische wapenen van den verdediger te kunnen bereiken zonder een
systeem van hachelijke verbindingen.
Het stuk is de vuureenheid, rechtstreeks onder co van den cdt. der
fuseliercie. Het bat. heeft zijn mrtn. van 81, welke de reg.cdt. ter beschikking
stelt aan ieder bat. in eerste lijn. De gevechtsgroep is uitgerust met hand
granaten, de (Fr.) sie. heeft den geweergranaatwerper.
T.a.v. het gebruik in het aanvallend gevecht van den 60 mm mrt. zegt S.:
Geen vuur ter voorbereiding van den aanval, geen beschieting van een
bepaalde zone of een verdachte terreinstrook. Gedurende de voorbereiding
van den aanval is het woord aan de art. De vernietiging van vij. vuurbron
nen bij het verlaten van de uitgangsstelling is binnen de veiligheidsgrenzen
van de art. (waarvoor S. 400 m noemt) taak voor de wapenen in de vuurbasis
(81 mm mrt. en mitrailleurs). De fus.cien. kunnen in den aanvang aldus
snel vooruit komen, hetgeen een essentieele voorwaarde voor het welsla-