95 zakelijk is. De actieradius van den modernen bommenwerpers is zoodanig, dat achtergehouden reserveafdn. zich steeds binnen het bereik van de vij. bommenwerpers zullen bevinden. Volgens S. zullen in de toekomst de lu.str.krn. ook tijdens het luchtge vecht in den aanvang in gesloten verbanden optreden, hieruit kunnen dan gevechten van patn. tegen patn. dan wel van vlgn. tegen vgln. ontstaan. Wel zullen luchtgevechten in het begin kunnen worden vermeden door uit te wijken. Daar volgens S. door bomaanvallen op de grondorganisatie van de vij.lu.str.krn. echter nimmer een snel en beslissend resultaat is te verkrijgen zal het noodig zijn den vij. ook in de lucht aan te grijpen. Daarvoor zijn jagers en ld.art. noodig bij de punten, welke de vij. bommenwerpers aan trekken. S. verwacht, dat de grondbeginselen, welke bij den marsch en het gevecht der verbonden wapens op den grond van kracht zijn ook bij de lu.str.krn. zullen moeten worden in acht genomen waarbij het bijv. geenszins is uitgesloten dat men bij de tactische handelingen ook bij de lu.str.krn. zal komen tot de begrippen voorhoede, hoofdmacht, achterhoede en flank dekking waarbij dan echter rekening moet worden gehouden met de bevei liging in horizontale en in vertikale richting. v. d. E. Landsverdediging. Aangezien den laatsten tijd door sommigen de waarde van bommen werpers als zelfstandig ageerende slagluchtmacht in twijfel wordt getrokken, waarbij wordt verwezen naar de ervaringen in China, lijkt het ons dienstig, terug te grijpen naar een artikel van onbetwistbaar deskundige hand in Lu. M. nr. 2, Mei 1937, getiteld „Luchtkruisers noodzakelijk naast één of meermotorige jagers, dan wel jachtkruisers" van J. G. W. Zegers, mj. v.d, St. der Mil.lvt (Ned.). Hoewel S. in dit artikel uiteraard het vraagstuk beziet van Ned. defensiestandpunt uit, zoodat de daarin gestelde conclusies uiteraard niet zonder meer voor Ned.-Ind. verhoudingen en omstandigheden kunnen worden aanvaard, komen in genoemd artikel gevolgtrekkingen ter sprake, welke voor onze verhoudingen eveneens van bijzondere beteekenis kunnen worden geacht. Ir. de eerste plaats zouden wij voor hen, die op de ervaringen in het jongste Chin.-Jap. conflict wijzen, waarbij gebleken zou zijn, dat bij de massa-aanvallen van de Jap. bombardements-eskaders deze vlgn. niet zelfstandig konden optreden, doch voor de uitvoering van hun taak be schermd moesten worden door jachtvlgn., het volgende naar voren willen brengen. Voorzoover alhier uit gegevens van het gevechtsfront uit pers artikelen bekend kan zijn, hebben de Jap. in dezen krijg niet hun meest moderne bombardementsvlgn. ingezet, doch deze achtergehouden voor inzet tegen een eventueelen tegenstander, met betere en meer gemoderniseerde strijdmiddelen uitgerust dan de Chin, strijdkrachten. Dit nu is „des poedels kern". Dz. toch is in deze rubriek steeds betoogd, dat juist de moderne bommenwerper door zijn groote gevechtskracht, snelheid en uitgestrekten actieradius, de mogelijkheid heeft geopend het luchtwapen zelfstandig te doen optreden. Immers zijn groote gevechtskracht ontleent het moderne bombardementsvlg. actief aan de aanzienlijke mede te voeren bommenlast, passief aan zijn groot afweervermogen (het kan zich vrijwel aan alle zijden met vuur uit mitrn. of lichte snelvuurkanonnen tegen aanvallen van jacht vlgn. beveiligen). Door zijn groote snelheid, gepaard aan aanzienlijke ver betering van de bcmmenrichtmiddelen, is het snelheidsoverschot van het jachtvlg. op den modernen bombardeur dermate verkleind, dat de waarde van het jachtvlg. als bestrijdingsmiddel vooral door den korten duur, dat het in de lucht kan zijn op den achtergrond gedrongen. Door zijn uitge strekten actieradius stelt de moderne bommenwerper ons in staat een mobiele macht te vormen, welke naast verspreiding van opstelling een snelle concentratie en massalen inzet over aanzienlijke afstanden op het bedreigde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 95