99
Geneeskundige Dienst.
The Military Surgeon, November 1937, Nr. 5 Actieveimmunisatie tegen
tetanus en hare beteehenis voor het oorlogvoerende leger" door F. H. van
Wagoner (U.S. Army).
De waarde der actieve immunisatie tegen tetanus voor een oorlogvoerend
leger berust thans nog grootendeels op theoretische beschouwingen, want
sinds de invoering ervan zijn er geen oorlogen geweest, waarin zij haar
nuttig effect afdoende heeft kunnen bewijzen. Toch hebben proefnemingen
op beperkte schaal hare bruikbaarheid op dusdanig overtuigende wijze
aangetoond, dat men in verschillende legers op grond van de zeer bevre
digende uitkomsten dezer proeven begonnen is haar in toepassing te brengen.
Wegens het relatief zeldzame voorkomen van tetanus onder de gewone
maatschappelijke verhoudingen, is het niet te verwachten, dat massale
vaccinatie van burgerbevolkingsgroepen ooit noodig zal zijnbij een
strijdend leger met zijn enorm groot aantal verwondingen, en de vaak
sterke verontreiniging daarvan met aarde a.a., is dat echter anders.
Om eenigen indruk te krijgen van de beteekenis dezer zeer gevaarlijke
wond-complicatie voor een leger te velde, volgt hieronder een tabel, welke
de tetanusfrequentie en hare hooge mortaliteit voor enkele der recentere
oorlogen weergeeft.
Oorlogvoerende legers
Jaar
Aantal
tetanusgeval-
len per 1000
gewonden
Sterfte
in
Britsche troepen in Spanje
1833-40
12,5
88,2
Britsche troepen in de Krim
1854-56
1,5
82,1
Oostenrijk-ltaliaansche oorlog
1859-61
10,0
92,4
Amerikaansche burgeroorlog
1860-65
2,0
89,3
Fransch-Duitsche oorlog
1870-71
3,5
90,0
Verbonden Engelsch-Fransche troepen
in België en Noord-Frankrijk
1914
5,2
78,0
Idem
1915-18
1,5
50,0
Duitsche legers (alle fronten)
1914
3,8
75,0
Idem
1915-18
0,8
51,4
Amerikaansche troepen in Frankrijk
1917-18
0,2
11.1
De analyse dezer tabel toont aan, dat vóór den wereldoorlog het tetanus-
sterftecijfer vrijwel constant was en zich om de 90 bewoog, terwijl de
tetanus-frequentie sterke schommelingen vertoonde, van welk verschijnsel
men de verklaring wil zoeken in de verschillende bodemgesteldheid van de
gevechtsterreinen en den aard der gebruikte strijdmiddelen. Zooals algemeen
bekend, is bemeste akkeraarde berucht om haar rijkdom aan tetanus-
bacillen, terwijl zuivere zandgrond als practisch ongevaarlijk kan worden
beschouwd. Verder zijn granaatverwondingen, waarbij tevens verontreiniging
met aarde plaats heeft, veel gevaarlijker dan geweerschotverwondingen. Zoo
waren in het begin van den wereldoorlog, toen de gevechten zich bewogen
door de sterk bemeste akkergebieden van Noord-Frankrijk, en het artillerie
wapen een vele malen grooteren rol speelde, dan dat bij vroegere oorlogen
het geval was, de omstandigheden uitermate gunstig voor het op groote schaal
uitbreken van tetanus. Dat desondanks het tetanusziektecijfer nog aan den
lagen kant gebleven is, en in de latere jaren van den wereldoorlog tot een
zeldzaamheid werd, is wel niet anders te verklaren dan door de gunstige