In het algemeen kan men de vechtwagens in deze periode
terugbrengen tot 3 groepen nml.
a) de middelsoort snelle vechtwagens (Engelsch) gewicht 12 tot
14 ton, snelheid 26 a 30 km/u, actieradius 210 km, max.
pantsering 15 mm. Bewapening 1 kanon van 47 of van 57 mm
en 1 of 4 mitrailleurs in een draaibaren koepel en verder nog
2 of 3 mitrailleurs vast-ingebouwd.
b) de middelsoort krachtige vechtwagens (Amerikaansch)
gewicht 22 a 25 ton, max.snelheid 16 a 25 km/u, actieradius
80 a 120 km, max.pantsering 25 mm, bewapening 1 kanon
van 57 en 2 mitrailleurs in koepels.
c) de lichte vechtwagens (ontwikkeling van de Fransche bege-
leidingsvechtwagen) gewicht 7 a 8 ton, max.snelheid 20 a 30
km/u, actieradius 100 km, max.pantsering 13 a 20 mm, bewa
pening 1 kanon van 37 mm en 1 mitrailleur of kanon van
37 mm of 1 mitrailleur in den koepel.
Het kenmerkende in de ontwikkeling van den vechtwagen in
deze periode is, de toepassing van minstens een draaibaren koepel,
opvoeren van de snelheid en daardoor gedwongen vermindering
van de pantserdikte.
Het volgende tijdvak van 19261936, ook wel het tijdvak der
mechanisatie genoemd, geeft in de technische ontwikkeling van
den vechtwagen vrij sterk uiteenioopende richtingen te zien,
welke richtingen beïnvloed waren door de tactische en strategische
oplossing, welke men aan het gebruik van het pantserwapen in
de verschillende Europeesche legers wilde geven.
Een systeem van nationale vechtwagentypen ontstaat, zooals
moge blijken uit het hiernavolgende overzicht.
In Engeland werd de 32 ton zware z.g. Vickers „Independant"
tank gebouwd, welke echter niet geheel aan de verwachtingen
voldeed, in de eerste plaats waren de kosten zeer hoog, terwijl
voorts de strategische bewegelijkheid aan banden werd gelegd
door het zware gewicht (moeilijkheden bij het vervoer per trein,
overschrijden van waterloopen enz.).
Vickers ging er toen toe over zijn middelsoort tank van 12 a
14 ton (zie vorige periode) te ontwikkelen tot een 3 a 4 ton
zwaarder type, waardoor een belangrijk zwaardere pantsering
kon worden verkregen (25 mm). Zoo zag de 18 tons tank Vickers-
Armstrong in 1929 het licht en werd al spoedig door andere landen
gecopieerd o.a. door Rusland.
Bij de voortschrijding van de mechanisatie van de legers voelde
men vooral in Engeland de noodzakelijkheid, naast de zware en
middelsoort vechtwagens te beschikken over zeer lichte tanks
welke in staat waren terreindeelen, dorpen enz. te doorzoeken. De
zeer lichte eenmanstank Carden-Loyd, bewapend met mitrail
leur, werd in dit tijdvak geboren, bedoeld als pantservoertuig ter
140