door dicht doornig struikgewas, cactussen en geboomte, waren niet aanwezig. Tegen den middag verzocht het Boliviaansche Detachement om versterking met tanks, waarvan zich op 15 km afstand bij het hoogere echelon bevonden 1 sie. Carden-Loyd tankettes en 1 sie. middelbare Vickers tanks. Inmiddels werd de art. op 1700 m achter de inf. in een droge rivierbedding in stelling gebracht (andere stellingmogelijkheden bood het dichte boschterrein niet), zonder evenwel het vuur te openen, de inf. werd gegroepeerd met 1 bat. rechts en 1 bat. links van den weg, het derde in reserve. De inf. was zwaar vermoeid, leed watergebrek, en bestond voor een groot deel uit pas afge richte recruten (met 6 maanden opleiding), terwijl de heerschende temperatuur (35° C.) het hare er toe bij droeg om de gevechts vaardigheid nadeelig te beïnvloeden. Om 12.45 werd tot beschikbaarstelling van de tanks, d.w.z. alleen de sie. middelbare tanks, besloten. Deze bestond uit 2 vechtwagens, t.w. de „Ina", commandowagen voorzien van een 4,7 cm kanon en een mitr., en de ,,3", voorzien van 2 mitrn. Beide tanks hadden een bemanning van 1 off. plus 2 man, boven dien behoorde bij de sie. een verbindingspatrouille, die gevormd werd door de reserve schutters en bestuurders. Eerst om 14.45 kwam de sie. vechtwagens bij den det.cop. beschikbaar, daar eerst nog benzine en olie moesten worden gefourageerd. De det.cdt. trof nu de volgende regeling a. De vechtwagencdtn. en de verbindingspatrouille verkennen tevoren het aanvalsterrein van den n. boschrand uit b. de art. zal bij den inzet van den tankaanval verrassend het vuur openen op den z. boschrand, en dit vuur z.n. naar voren verleggen c. de vewn. zullen ter weerszijden van den weg oprijden en den z. boschrand 200 m rechts en links daarvan onder vuur houden d. de inf. zal ter weerszijden van de open plek door den bosch rand oprukken. Om 16.00 werd de aanval ingezetde vechtwagens gingen uit den boschrand ter weerszijden van den weg ong. 300 m voorwaarts en hielden toen halt om het vuur te openen. Zij konden vrijwel niets zien, wel was voortdurend het aan slaan van de geweer- en mitr.kogels tegen de pantsering te hooren. De hitte in de wagens was zoo groot, dat de handvatten slechts met moeite waren vast te houden. Het gevolg was dan ook, dat bij de mitrn. herhaaldelijk vuurstoringen optraden, en dat de „3" spoedig moest uitvallen, mede doordat de cdt. licht en de schutter zwaar gewond was deze tank keerde daarom terug. De „Ina" ondervond eveneens moeilijkheden de mitr. schutter was tengevolge van de hitte bezweken, de mitr. weigerde her- 151

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 49