druppelsgewijzen inzet van versterkingen, welke dikwijls niet
eens voldoende waren om de geleden verliezen aan te vullen.
b. de lange en slechte verbindingen en de aanvankelijk onvol
doende organisatie van den aan- en afvoerdienst.
c. de geringe interesse, welke de Boliviaansche soldaten hadden
voor het verafgelegen land, waarin zij persoonlijk geen
belangen hadden, terwijl de Paraguayanen er daarentegen
wel belangen hadden (nabij gelegen nederzettingen van kolo
nisten).
d. de ongunstige klimatologische en geografische omstandig
heden voor de Bolivianen, die, opgegroeid in de kale hoog
vlakten van de Andes (op gem. 3700 m hoogte) gedwongen
werden te vechten in de „groene hel", waar zij voor het eerst
dicht boschterrein aanschouwden, waarmede zij dus niet
vertrouwd waren, en waarin een voor hen ondraaglijke tem
peratuur heerschte terwijl de Paraguayanen zoowel aan het
terrein als aan het klimaat gewend waren.
Dit laatste verklaart voor een groot deel het overwicht van de
dikwijls zwakkere Paraguaysche troepen over de Bolivianen,
zelfs nadat de achterwaartsche verbindingen in het voordeel der
Bolivianen en in het nadeel der Paraguayanen waren veranderd.
Ware de oorlog gevoerd in het Boliviaansche hoogland, dan zou
wellicht de uitslag andersom zijn geweest.
Deze gunstige factor zal zich ook voor ons doen gelden tegenover
eiken tegenstander, die aan onze topografische en klimatologische
omstandigheden niet gewend is.
Bolivia begon met zijn beroepsleger in te zetten, doch de snel
volgende reactie van het inmiddels gemobiliseerde Paragueesche
militieleger dwong den Bolivianen al spoedig tot steeds verder
gaande mobilisatie van de eigen bevolking, totdat tegen het einde
van den oorlog ook in dat land de algeheele mobilisatie was
bevolen. Hiermede was wederom de onmisbaarheid van een
reserve aangetoond en daarmede het voordeel van een militieleger
boven een te klein beroepsleger.
Het groote belang van het reeds in vredestijd beschikken over
een behoorlijke reserve, om de verliezen in oorlogstijd te kunnen
aanvullen, komt dan ook wel sterk naar voren. Deze oorlog heeft
voorts aangetoond, dat het aan het front brengen van troepen met
geen of zeer korte opleiding leidt tot onevenredig groote verliezen.
Het in het veld brengen van zulke troepen door de Bolivianen
moet dan ook worden beschouwd als een noodsprong, gemaakt
om in het verleden gepleegd verzuim nog zooveel mogelijk goed
te maken.
158