doch vrijwilligers uit het volk, verbonden door eenzelfde ideaal, den strijd aanvaardden, dan was het reeds hun uiterst primitieve bewapening, die de mogelijkheid eener overwinning uitsloot. Den stichters der Chineesche republiek in 1912 wachtte daarom een zware taak. Voor zoover het de overblijfselen van de Keizer lijke legers betreft, is het hun gelukt deze geleidelijk te vervullen. Het republikeinsche leger zoodanig te ontwikkelen, uit te rusten en te oefenen, dat het in staat zou zijn de strijdmacht van een eerste rangs mogendheid het hoofd te bieden, daartoe heeft het ontbroken aan tijd, niet minder dan aan middelen. Er zijn in de laatste honderd jaar perioden geweest, waarin de Chineezen blijk gaven van een grooten vreemdelingenhaat. Verwonderlijk is zulks geenszins. Van het oogenblik af, waarop de stoomvaart China binnen het bereik bracht van den Euro- peeschen handel en tegelijkertijd de zich ontwikkelende fabrieks nijverheid noopte naar nieuwe afzetgebieden om te zien, is de buitenlandsche invloed er doorgedrongen. De middelen, welke daarbij dienst deden, konden, zeker van modern ethisch standpunt bezien, niet altijd door den beugel. In 1842 slaagde Groot Brittannië erin China te verplichten den invoer van opium toe te laten, welken invoer de Chineezen steeds verboden hadden. Achtereenvolgens werden de Chineezen genoopt de Treaty Ports te erkennen met den aankleve van dien, de sett lements, gebieden waarover ze langzamerhand alle zeggings kracht verloren. J) Formosa, Korea, Liaotung, Hongkong en Kawlung, Kiaochow, Weihaiwei, de Kwangchow baai gingen alle nog vóór 1900 in andere handen over. In 1898 eischten de Fran- schen eene belangrijke uitbreiding van de concessie te Shanghai en verkregen die ten slotte. Gelijkertijd vroegen de Italianen een baai aan de kust van Chekiang. De onmacht van den laatsten Manchu keizer zich te verzetten tegen dezen gang van zaken deed ten slotte het volk ontwaken. De Boxeropstand tegen de vreemdelingen gericht onder de leuze „dood aan de vreemdelingen, steunt de regeering", hoewel mislukt, heeft zeker tot den val der Manchu dynastie bijgedragen. Niet tot de oprichting der republiek. Daarvan begreep niet één percent der bevolking iets. Ook niet Yüan Shi Kai, keizerlijk minister, door Dr. Sun Yat Sen tot president uitgeroepen. Evenmin het keizerlijke leger, dat den keizer verloor aan wien alleen het trouw had gezworen, den eenige voor wien het streed. Niemand kon zich 164 De deels ongeregelde basis, waarop de settlements, althans die van Shanghai, zich hebben ontwikkeld en uitgebreid, dreigt tot moeilijkheden aanleiding te geven, nu Japan, de rechten der Chineesche regeering overgenomen hebbend, verlangens begint te uiten, welke bij inwilliging van ingrijpenden invloed dreigen te worden op den bestaanden toestand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 62