een rijk voorstellen, aan het hoofd waarvan niet een concrete persoon stond. China was immers het Hemelsche rijk en de Hemel had als afgevaardigde op aarde den Keizer. Wijl dat alles door Confutze was verkondigd, werd ook diens leer tegelijk over boord geworpen, en daarmede viel ook de maatschappij uiteen. Eerbied voor de voorouders en trouw aan den keizer vervielen, zoodat niets meer het Chineesche volk te zamen hield. Yüan Shi Kai verdeelde het leger over de proviciën en be noemde de provinciale bevelhebbers tevens als gouverneur. Daarmede maakte hij tevens de revolutie ongedaan, want na zijn dood in 1916 begon een periode van feodale oorlogen, waarin de tuchuns, de gouverneurs, elkaar bestreden uit lijfsbehoud zoowel als lust tot meer macht, totdat alleen de grootsten overbleven. Binnen drie jaar groeiden de gezamenlijke legers van 430.000 man tot ruim 1 millioen in 1926 was de sterkte alreeds 1.8 a 1.9 millioen, in 1931 2.6 millioen. Noodgedwongen wendde Dr. Sun Yat Sen zich in 1923 tot het communistische Rusland, dat hem Borodin met 40 officieren zond. Deze bouwden in 3 jaar een communistisch leger op van ruim 30.000 man. Onder generaal Chiang Kai Shih veroverde dit leger in 1927 China tot aan de Jangtze. Daar brak de oneenigheid uit tusschen generaal Chiang en Borodin. De laatste moest wijken en keerde met zijn staf naar Rusland terug, de communisten werden uit de partij gestooten en de Nanking regeering kwam tot stand. In 1928 werd Peking veroverd en Nanking tot hoofdstad uitgeroepen. Daarna begint de strijd voor de eenheid van China en den opbouw van het nieuwe rijk. De machtigste warlords, Feng Shi Hsiang en Yen Hsi Shan werden verslagen, de communisten uit Kiangsi, waar zij een sovjet republiek gesticht hadden, ver dreven. Men kan zeggen, dat in 1935 en volgende jaren het gezag der Nationale regeering zich zoodanig ontwikkeld had, dat eenheid niet meer veraf leek. Voor ontwikkeling van het land door aanleg van spoorwegen, wegenbouw (200.000 km), vliegverbindingen en voor economische ontwikkeling werd zooveel gedaan, als de geldmiddelen en de beperkte tijd toelieten. Ook het leger werd niet vergeten. Zoo was China, welhaast 70 jaar na Japan, eindelijk ernstig aangevangen zich te ontwikkelen tot een modernen staat. Het is duidelijk, dat het dezen enormen voorsprong in 8 jaar niet kon inhalen. Japan maakte al heel spoedig gebruik van zijn nieuw vergaarde Westersche kennis. In tegenstelling met China staat in Japan de krijgsmanstand de samoerai in hoog aanzien. Zoodra het zich sterk begon te gevoelen, zette Japan zich uit. Na den oorlog met China van 1894/5 lijfde het Formosa in, ternauwernood 15 jaar later Korea. Het had rekening te houden met den rem- 165

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 63