173 8. UIT DE PERS. A. INDIË'S DEFENSIE, door Vice-Admiraal b.d. Mr. J. C. JAGER. De Luchtmacht-Theorie heeft ook na de Kamerdebatten het veld behouden. Minister Van Dijk is ten eenenmale in gebreke gebleven met kracht van argumenten de noodzakelijkheid van den duren kruiserbouw te bewijzen. Stijgend besef van het directe nut eener sterke luchtvloot. Een der spreuken aan den wand van de kamer, waarin wijlen Koning George V van Engeland placht te arbeiden, luidde Leer mij te winnen, als het magen als ik niet win, leer mij dan bovenal een goed verliezer te zijn. Deze woorden kwamen mij onwillekeurig in de gedachten, in verband met hetgeen bij de behandeling van de eerste defensiebegrooting van het nieuwe kabinet is voorgevallen. De voorstellen van Minister Van Dijk zijn, voor zoover zij de versterking van de vloot betroffen, zonder eenige wijzi ging door de Tweede Kamer goedgekeurd. Het amendement Schilthuis, dat de gelden voor den bouw van een nieuwen kruiser, ter vervanging van de verouderde Sumatra, van de begrooting wenschte te schrappen, werd met groote meerderheid 64 tegen 31 stemmen verworpen en onwille keurig zou men, afgaande op dit resultaat, daaruit afleiden, dat de voor standers van een krachtige versterking van de Indische luchtmacht, des noods ten koste van de lichte kruisers, het onderspit gedolven hadden. Was dat inderdaad het geval, dan zou het standpunt, dat ik in dit blad mocht bepleiten, minder juist zijn gebleken en zou er alle aanleiding zijn, mij nu een goed verliezer te toonen. Vooralsnog bestaat daarvoor geen reden, want als men niet uitsluitend op de knikkers, maar veeleer op het spel let, dan blijkt daaruit, dat de voorstanders van een krachtige offensieve luchtmacht in Indië, alle reden hebben tot verheugenis om hetgeen bij deze defensie-begrooting van ver schillende zijden naar voren gebracht is. In den strijd „Kruisers of Vlieg tuigen" zijn zij sterker dan ooit tevoren komen te staan, ondanks alle propaganda van de andere zijde gevoerd, om van andere middelen niet te spreken en steeds duidelijker blijkt, dat de verdediging van Indië al meer en meer in de door hen voorgestane richting gestuurd wordt. Voor een zeer belangrijk deel volgde dit uit het feit, dat men zich bewust werd, dat een kruiservloot volgens de plannen van Minister Van Dijk, hoe geschikt ook voor de handhaving onzer onzijdigheid in conflicten tusschen andere mogendheden, geheel ontoereikend was voor de directe verdediging van ons zoo uitgestrekt grondgebied. Men is gaan inzien, dat dientengevolge bij een vijandelijken aanval van een overmachtige vloot, het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 71