309 Herziening van deze regeling werd een der Italiaansche inzetten van de komende onderhandelingen met Engeland genoemd. De tweede eisch ligt voor de hand erkenning van de verovering van Abessynië, in welk opzicht Nederland en daarna België bereids het voorbeeld gaven, terwijl Parijs reeds te kennen gaf op gelijke wijze te zullen handelen als Londen. De kabinetswijziging in Engeland is van nog te jongen datum om den invloed daarvan op de gebeurtenissen in het Verre Oosten ook maar bij benadering te kunnen peilen, zoo bijv. in welke mate zij de publieke opinie in Japan zal beïnvloeden. Volstaan worde derhalve met vast te stellen, dat de anti-Britsche stemming van de vorige maanden wat is geluwd en zich weder heeft gekeerd tegen Rusland. Zoo werden in het parlement vragen gesteld omtrent regelingen welke nog steeds niet haar beslag konden krijgen. Evenmin bleek de volksvertegenwoordiging het geheel eens te zijn met de wetsvoorstellen omtrent de nationale mobilisatie deze voorstellen stuitten van de zijde der meerderheidspartijen op meer weerstand dan men onder de huidige omstandigheden zou hebben verwacht. Intusschen heerscht in den boezem dier partijen oneenigheidde pogingen, te geraken tot een groot-Japansche nationale partij schijnen te worden voortgezet. Op militair gebied valt in de eerste plaats te wijzen op den Chineeschen luchtaanval op Formosa, in zooverre een belangrijk feit, daar tot voor enkele dagen van deze represailles was afgezien, naar vroeger werd beweerd omdat Tsjiang Kai-sjek de spanning in de verhoudingen in den onverklaarden oorlog niet noodeloos wilde opvoeren. Wellicht dat het feit, dat Tokyo de centrale regeering niet meer erkent, den maarschalk van inzicht heeft doen veranderen. Wat betreft de krijgsverrichtingen op den grond is het niet ondienstig, met nadruk den aandacht te vestigen op de schaal van de in de vorige nummers van het I.M.T. verschenen en hierbij gevoegde schetsen. Houdt men die schaal goed in het oog, dan blijkt, dat de door de Japanners in de laatste weken in Honan en Sjansi afgelegde afstanden niet zoo gering zijn als zij op het eerste gezicht wel lijken. Met betrekking tot de operaties zelve valt het op, dat de tegenstand der Chineezen nabij Tsining in Z. Sjantoeng en aan de Hwairivier in Anhwei van zoodanigen aard is geweest, dat de beide partijen nog vrijwel op dezelfde punten tegenover elkaar liggen als een maand geleden. Wellicht juist m.h.o. op dezen tegenstand zijn de colonnes in Honan en Sjansi voortgerukt in welke eerste provincië de Japanners nu de Gele rivier vrijwel over haar geheele lengte hebben bereikt, terwijl zulks in Sjansi, na het inzetten van de flank- stooten in W. richting uit Tangyin en Hsinhsiang wel niet meer zal zijn dan een kwestie van dagen. Zoodra deze toestand is bereikt, kan niet meer worden ontkend, dat de troepen bij Hsoetsjau ernstig gevaar loopen in de teng te geraken waarop dan nog maar één uitweg mogelijk is een terugtocht van de (geregelde) eenheden. Het is niet gewaagd, een zoodanigen gang van zaken waarschijnlijk te achten op dezelfde wijze omvatting, bedreiging van de verbindingen, na een verliesrijken frontaanval vielen de Nankoupas N.W. van Peiping, thans weder Peking geheeten, Tsjotsjau ten Z. van de Keizerstad, het nog meer naar het Z. gelegen Pauting, Sjikiatsjwang, wederom zuidelijker aan het spoorwegknooppunt, Taiyoean, de hoofdstad van Sjansi, Sjanghai na de landingen in de Hangtsjou-baai en de volgende verdedigingslinie met het sleutelpunt Soetsjau na de landing op den Z. Yangtse oever bij Hoepoekau. Sch.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 103