Den 13en Augustus tegen den avond verschenen 2 Engelsche oorlogsschepen voor de kust van Delwar den volgenden mor gen begon de landing, tijdens welke 15 Britten werden gedood. Onder het zware vuur van de oorlogsschepen weken Rais Aü's mannen terug en begonnen de Engelschen aan de vernieling der tuinen, welke arbeid 2 etmalen vergde Door een misverstand vuurden de Engelsche schepen ten slotte nog eenigen tijd op hun eigen menschen, van wie zij er 100 doodden. Na de vernieling van den aanplant trokken de schepen met de troepen weder af naar Boesjair. Zooals verwacht kon worden had deze ongelukkige strafexpe ditie een geheel tegengestelde uitwerking dan verwacht werd. De eerste die persoonlijk wraak wilde nemen voor de vernieling van zijn bezittingen was Rais Ali. In de laatste dagen van Augus tus bestormde hij met een 100-tal van zijn volgelingen Boesjair en sneuvelde hij. Sykes geeft dan in zijn boek (blz. 112 e.v.) eene pakkende beschrijving van een scene in de Moskee van Sjiras, die beter dan welk betoog ook de verbitterde stemming weergeeft. Als men dan ziet hoe Engeland tot op den huidigen dag uit Iran wordt teruggedrongen dan dient men tot goed begrip van dergelijke terugslagen voorvallen als wij hiervoren verhaalden in de herinnering terug te roepen. Nu door den dood van Rais Ali en onder den indruk van de Britsche strafexpeditie naar Delwar de strijdlust der Tangistani- stammen versterkt scheen, besloot Waszmusz om nogmaals een aanval op Boesjair te ondernemen. In den nacht van 9/10 Sept. '15 gingen Sjaich Hoesein's mannen tegen de Britsche verster kingen voorwaarts. De Engelschen hadden echter reeds bericht ge kregen van den voorgenomen aanval, en besloten aan deze activi teit eens en voor al een einde te maken. Daartoe hadden zij een afdeeling Br. Indische cavalerie in het voorterrein uitgeschoven en verdekt opgesteld, die, als de Perzen zich eenmaal zouden hebben vastgebeten, hen in den rug zou vallen en vernietigen. De aanval der Tangistani verliep zooals verwacht kon worden de zeer onvoldoend gewapende mannen gingen met meer lawaai dan onweerstaanbare kracht voorwaartsde Engelschen heten hen naderen en kwamen toen uit hun loopgraven te voorschijn voor een frontalen tegenstoot met de bajonet. Hoesein's mannen wachtten deze niet af en gingen als één man op de vlucht. Nu zou de cavalerie het werk tot zijn bloedig einde moeten brengen doch dat mislukte. Om de een of andere reden was de Britsche cavalerie niet tijdig onderricht omtrent het verloop van het gevecht en was zij afgezeten en in rust op de haar aangewezen plaats, toen plotseling Sjaich Hoesein's krijgers, in wilde vlucht voor de Engelsche infanterie, op hen stootten. Hoesein zag zijn kans en nog voor de cavalerie kon opzitten en zich verweren, 223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 15