Nadat Sjiras van de Britsche overheersching was bevrijd door de gevangenneming van den Britschen consul was het zaak om ook den Engelsch gezinden gouverneur Qawam oei Moelk schaakmat te zetten. Men besloot daartoe tot een formeelen aanval op zijn macht. Den 20en Dec. begonnen, duurde de strijd van de gendarmerie (300 man) en de Nationalisten tegen den Gouver neur en zijn aanhang elf dagen toen moest Qawam vluchten. Lang duurde evenwel de Nationalistische heerschappij niet, omdat inmiddels de Regeering in Teheran weer eens was gewijzigd en geheel pro-Engelsch-Russisch was geworden. De Russen had den nu behalve Teheran ook Ispahan met troepen bezet, terwijl in het Zuiden de Engelschen besloten tot het oprichten van een 11000 man sterke, onder Engelsch bevel staande, Gendarmerie, de „South Persia Rifles". Haar taak heette te zijn„Recht en orde in het land te herstellen" Als commandant en organisator van de op te richten South Persia Rifles werd benoemd Sir Percy Molesworth Sykes, een man, die reeds in den Boerenoorlog met eer had gestreden, daarna jarenlang als consul had gediend in Perzië en Chineesch Turkestan, en die een uitnemend kenner was van Perzië. Sir Percy werd uit Indië op zijn onderneming uitgezonden met 3 Engelsche en 3 Indische officieren, 25 onderofficieren en 2 oude voorlaad- kanonnen. Jammer voor hem had Waszmusz vrijwel de geheele kust aan de Perzische Golf afgesloten, zoodat hij zijn arbeid, welke hem toch naar Sjiras en Boesjair moest voeren, slechts kon aan vangen in Bender Abbas in Maart '16. De onvoldoende uitrusting van zijn expeditie en de daaruit voortvloeiende uitmiddelpuntige aanvangsplaats Bender Abbas waren oorzaak, dat hij eerst den 11 Nov. '16 Sjiras bereikte, via Kerman en Jesd. Met de recru- teering van de South Persia Rifles was het ook niet erg vlot gegaan ondanks Sir Percy's vrijwel onbeperkte geldmiddelen. Maar toch was einde 1916 Sjiras in Engelsche handenzij 't dan zonder de toestemming van Teheran. De Engelschen besloten nu om een druk uit te oefenen op de Tangistani stammen, wier eenige inkomsten bestonden uit den handel over zee naar Boesjair van dadels, meloenen en citroenen. Dit vervoer over zee werd door de vloot geheel on mogelijk gemaakt waardoor de eenige levensbron der Tangistani werd afgesnoerd. Waszmusz ried hen daarom aan om met de Engelschen te onderhandelen en daarbij de uitlevering van de Engelsche gevangenen tegen de Duitsche en Tangistani gevange nen als grondslag te nemen. Bij deze onderhandelingen heeft Sair Kheser Khan Waszmusz in den steek gelaten en den lOen April 1916 de volgende voorwaarden aanvaard de Engelschen worden uitgewisseld tegen 16 TangistaniSair Kheser krijgt zijn in beslag genomen gelden terug (ongeveer 28 mille) en 226

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 18