3. Alleen als de afdruk zonder eenig gevaar voor beschadiging
meegenomen kan worden (bijv. uitgegraven, uitgezaagd, e.d.),
kan en moet dit gebeuren anders make men afgietsels.
4. Vóór het maken van het afgietsel worden eerst eventueele,
blijkbaar later plaats gehad hebbende, verontreinigingen (stroo-
halmen, steentjes, stukjes aarde, enz.) voorzichtig verwijderd;
in den afdruk aanwezige, zij het ook nog zulke kleine, hoeveel
heden water worden eerst met vloeipapier opgezogen.
5. Droge afdrukken (in droge aarde, droge klei, enz.) moeten
vóór het maken van afgietsels voorzichtig met een zacht penseel
of een dot watten goed in het vet worden gezet, waarbij zich
allicht daarbij vormende vetopeenhoopingen voorzichtig moeten
worden uitgebet.
6. Zichtbaar vochtige afdrukken (in vochtige aarde, vochtige
klei, enz.) worden niet in het vet gezet.
Als middelen voor het maken van afgietsels in voor indrukken
vatbaren bodem komen in aanmerking
1. voor afdrukken in stof, zand, meel en dergelijke droge
massa's stearine. Methode boven den afdruk wordt een steari-
nekaars gehouden en daarvan een voldoende hoeveelheid in zoo
dun mogelijke schilfers met een zakmes afgeschrapt. Dan wordt
bij de fijne deeltjes een brandende lucifer of een ander heet-
gemaakt voorwerp gehouden tot het afschrapsel gesmolten is en
zich over den geheelen afdruk verspreid heeft. Zoo noodig" wordt
de stearinelaag versterkt door over een eventueele dunne plek
nog wat van de kaars af te schrappen en te smelten. De massa
wordt in den vorm gelaten tot zij geheel afgekoeld is en dan
voorzichtig er uit gelicht. Daarna wordt zij zeer voorzichtig (om
beschadiging te voorkomen) van vuil ontdaan.
2. voor alle overige afdrukken, zoowel vochtige als droge (mits
ingevette), kan zoowel gips als was of zwavel worden gebruikt.
In geval van nood, d.w.z. als gips, was of zwavel niet bij de hand
zijn, kan ook pek, hars, talk, klei, het binnenste van versch gebak
of met een weinig water aangemengd meel worden gebruikt.
Gebruik van gips.
Het best is beeldhouwers-, stucadoors-gips of gipsalbast te
gebruiken.
Methode in een ruim voorwerp (schotel, pot, e.d.) giet men
circa 1% liter schoon water en strooit daarin geleidelijk (niet
met scheuten) zoowat evenveel droog gipspoeder, terwijl men
het geheel voortdurend roert, tot dit één vaste, homogene massa
is geworden. Dan wordt deze brij, haar er vlak bij houdend, in
den afdruk gegoten. Er moet op gelet worden, dat de gipspap
den afdruk geheel vult. 1)
232
b Zie noot b op de volgende bladz.