regelen zal derhalve in tijd tot het uiterste moeten worden bekort, hetgeen bereikt kan worden door de maatregelen zooveel mogelijk te combineeren, door snel te handelen, door de bevelen kort en duidelijk te stellen en een snelle bevelsuitgifte mogelijk te maken, terwijl voorts de uitvoering van de maatregelen onopgemerkt voor den tegenstander zal moeten plaats vinden, door overdag gebruik te maken van dekkingsmogelijkheden tegen luchtwaarneming op en naast de wegen en de noodzakelijke verplaatsingen zooveel mogelijk 's nachts te doen geschieden. Het snel doen optreden van gemechaniseerde troepen vordert van den commandant een snelle beoordeeling van den toestand, het snel nemen van het besluit en snel formuleeren van de bevelen. Hij moet zich los kunnen maken van de langzame wijze van ageeren van de andere wapens en zich kunnen instellen op de snelle uitvoering van belangrijke, dikwijls geheel zelfstandige opdrachten. Hij zal zoo lang mogelijk persoonlijk leiding aan zijn troepen moeten geven, waarvoor hij zich zoo ver mogelijk naar voren zal moeten ophouden en de bevelen dus van voor naar achter zal moeten geven, een en ander om te voorkomen dat hij zijn troepen reeds bij den aanvang van het gevecht uit de hand geeft. Bij legering van gemechaniseerde troepen zal naar verspreiding worden gestreefd, waardoor de mogelijkheid de motorvoertuigen gedekt en gecamoufleerd op te stellen wordt vergroothet op betrekkelijk groote afstanden uit elkaar liggen van de kanton- nementen vormt voor motorvoertuigen geen overwegend bezwaar, mits over goede verbindingswegen wordt beschikt en het wegennet een afmarsch in verschillende richtingen toelaat. De verplaatsing van de vechtwagens naar de afwachtingsstel- lingen, welke buiten 's vijands werkdadig vuur moeten zijn gelegen, geschiedt den dag voorafgaande aan den aanval in gevechtsklaren toestand (d.w.z. met gevulde benzinetanks en vol ledige munitie-uitrusting). De daarbij te ontwikkelen snelheid is afhankelijk van de bekend heid van het terrein, de uitgebreidheid van het wegennet, den toestand van de wegen (en meestal ook van het tusschengelegen terrein) en in niet geringe mate van den toestand van het materieel. Van deze omstandigheden is het de laatstgenoemde, waarvoor de troep voor een groot deel zelf verantwoordelijk kan worden gesteld. Nauwlettend toezicht op en onderhoud van het materieel ook tijdens den marsch is dan ook vereischt.1) 242 b In „Field Service Regulations" is voorgeschreven, dat gemiddeld in elk uur een rust van 15 min. moet worden gehouden. In marschen van meer dan 4 uur moet een groote rust worden genomen van minstens 1 uur. (Bij elke rust moeten de voertuigen worden nagezien, de groote rust is bestemd voor inspectie van het materieel en rust van de bemanning).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 34