Chineesche Leger, had tot gevolg, dat de Japanners in het gansche
gebied West en Zuid van Peping moeite hebben meer dan de
voornaamste steden bezet te houden en de verbinding daartusschen
open te houden.
Sindsdien viel door het verraad van generaal Han Fu Chu de
provincie Shantung vrijwel zonder verzet in handen van den
vijand. 25 December overschreden de Japanners de Gele rivier,
28 December bezetten zij Tsinanfu, hetwelk ontruimd was door de
Chineesche troepen, en 10 Januari het eveneens verlaten Tsingtao.
Ondanks de besliste bevelen uit Hangkow om tot eiken prijs
stand te houden, trok Han Fu Chu steeds verder terug. 5 Januari
ontruimde hij Yenchow, en den 6den ging Tsining verloren. Daar
mede was het geduld van generaal Chiang Kai Shih uitgeput.
Den llden Januari werd Han Fu Chu gevangen genomen en den
24sten reeds met den kogel gestraft.
Met Han Fu Chu is een der laatste „warlords" uit het Chinee
sche politieke leven verdwenen. Als soldaat begonnen onder Feng
Yü Hsiang, werd hij in 1928 tot gouverneur van Hoan benoemd.
In 1930 werd hij door de Nationale regeering gouverneur van de
zooveel rijkere provincie Shantung, als prijs voor zijn verraad
van Feng en Yen Hsi Shan, die hij aanvankelijk had gesteund
in een opstand tegen de regeering.
Nadat Han verwijderd was hebben de Chineesche troepen een
gedeelte van het verloren terrein heroverd, en beproeven zij
thans de Japanners ook uit Tsining te verdrijven.
Deze strijd vormt een deel van de verdediging van Hsüchowfu,
het kruispunt van de Tsinpu met de Oost-West loopende Lunghai
baan, en dus een plaats van het grootste strategisch belang. Ver
liezen de Chineezen deze stad, dan beheerschen de Japanners
de geheele Tsinpu lijn en daarmede het geheele gebied tusschen
Tientsin en Pukow en verder tot Shanghai en Hangchow, terwijl
deze spoorwegkruising tegelijk het uitgangspunt is voor eene even-
tueele latere operatie tegen Hankow, via Chengchow, het kruispunt
van de Lunghai en de Pinghan.
Door den val van Nanking is het gevaar voor Hsüchow in
hooge mate gestegen, te meer daar men bij den aanleg van de
verdedigingswerken om die stad, reeds voor het uitbreken van
dezen oorlog, niet gerekend heeft op eene bedreiging van uit
het Zuiden, wat voor de Japanners, niet ten onrechte, aanleiding
zou kunnen zijn juist uit die richting hun hoofdaanval te
ondernemen.
Buitengewoon strenge vorst en hevige sneeuwval hebben gedu
rende de tweede helft van Januari de operatiën belemmerd.
Met spanning vraagt men zich af, of het den Chineezen gelukken
zal, den Japanners een halt toe te roepen.
Tegenhouden is echter niet genoeg. Om succes te bereiken
moeten de Japanners verslagen worden daartoe is een Chineesch
247