en beschouwt den oorlog zooals de onheilen van overstrooming, droogte, sprinkhanen en andere, die jaarlijks aan millioenen van zijn landgenooten het leven kosten. Aldus heeft hij tal van goede eigenschappen voor de verdediginggoed gedisciplineerd en aan gevoerd zou hij in het offensief eveneens een goed soldaat kunnen zijn. Aan die goede aanvoering vooral echter ontbrak het en de op leiding van goede aanvoerders baarde veel meer moeilijkheden dan die van de soldaten. Voor de vorming van een officierskorps heeft men een menschenleeftijd noodig. Die opleiding werd onmiddellijk ter hand genomen, doch in slechts 7 jaar heeft men niet veel en dan alleen nog maar jonge officieren kunnen afleveren. Het aan wezige officierskorps heeft voor een deel zijn opleiding genoten aan verschillende tijdens de feodale oorlogen opgerichte militaire scholen, een klein getal ontving opleiding in Japan of in het bui tenland, een groot deel had echter nooit eenige militaire opleiding, en daarvan vindt men ook thans nog een belangrijk getal in de hoogere en allerhoogste rangen. Cursussen werden georganiseerd om deze officieren moderne militaire denkbeelden bij te brengen. Welke resultaten kan men echter verwachten van driemaandelijksche cursussen van 1000 officieren aan een militaire academie, waar jaargangen van 5000 cadetten in opleiding zijn, en hoogstens een tiental buitenlandsche experts onderricht gaven, steunende op tolken, die als regel evenmin voldoende wetenschappelijk onderlegd waren Bij dit onderricht in Nanking had men de beschikking over modern uitgeruste infanterie afdeelingen en moderne artillerie regimenten, verbindingsafdeelingen, pioniers en andere hulp diensten, maar wat hadden die officieren feitelijk aan al het ge leerde, dat zij, terugkeerende bij hun korpsen, toch niet in toe passing konden brengen bij gebreke van al die moderne wapens en technische hulpmiddelen De eenige wapens, welke de Chineesche legers in voldoende mate bezaten toen de Nationale regeering zich te Nanking vestigde, waren een groot getal wellicht een 2 millioen 7.9 mm Mausergeweren, meestal niet van goede kwaliteit, deels ingevoerd, deels aangemaakt in de vele Chineesche arsenalen. Munitie voor deze geweren, soms van inferieure hoedanigheid, was in voldoende hoeveelheid beschikbaar, terwijl de aanmaakcapaciteit tot onge veer 3 millioen patronen per dag kon worden opgevoerd. Voorts beschikte het leger over veel Stokesmortieren, gewoonlijk 3 per bataljon, welke evenwel door grove afwerking en slecht kruit een uitermate groote spreiding vertoonden. Ook voor deze wapens kon voldoende munitie in den lande aangemaakt worden. Aan artillerie beschikten de Chineesche divisies (ruim 200) over ten hoogste 200 7.5 cm Krupp veldkanonnen Model 1904, een 200 stuks veldkanonnen van Russisch of Japansch fabrikaat, 249

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 41