missie onder actieve It al iaansch e officieren. Samenwerking tusschen deze missies en de Duitsche experts te Nanking bestond van zelfsprekend niet. Kolonel Youett was bovendien een groot voorstander van wat hij noemt een „seperate airforce de Italianen, die vooral geïnteresseerd waren in den verkoop van Italiaansche vliegtuigen, hadden veel moeilijkheden met de Chi- neesche autoriteiten en vliegers, naar men zegt, door hun ontactvol optreden. Waar het Italiaansche opleidingskamp in Nanchang gelegen was, een oord, waar buitenlanders bijna niet doordringen, is van de opleiding der Chineesche vliegers weinig naar buiten uitgelekt. Kolonel Youett roemt ten zeerste de vliegerhoedanig- heden der jonge Chineesche piloten. Hij noemt ze moedig, koel bloedig en vastberaden. Evenmin als eenig ander deel van de Chineesche weermacht had de luchtmacht in 1937 een zoodanig stadium van ontwikkeling bereikt, dat zij als een slagvaardig geheel kon worden beschouwd. Vooral aan de grondorganisatie ontbrak nog veel. Dit heeft belangrijk bijgedragen tot haar spoedige bijkans algeheele ver dwijning van het oorlogstooneel, waarop zij thans echter weder herboren terugkeert met de hulp van Russische vliegeniers en vliegtuigen, waarvan tenminste een 200-tal in Hankow reeds moeten zijn aangekomen (en volgens de Japanners zelfs 260, waarvan intusschen reeds 130 zouden zijn vernield)Ook Britsche vliegtuigen kruisen sedert een paar dagen boven die stad, en zouden volgens de laatste berichten beter voldoen dan de oude Amerikaansche, welke te weinig snelheid hadden, en de Russische welke te langzaam klommen. De Chineesche vloot heeft in dezen oorlog zoo min als in 1932 ook maar de kleinste rol gespeeld. Terwijl in '32 een Japansch eskader van 7 destroyers Nanking beschoot, keek de aldaar geankerde Chineesche vloot rustig toe en pavoiseerde toen de Japansche keizer verjaarde. Een typisch staaltje van het totale gemis aan kameraadschap, gemeenschapszin en gevoel van samenhoorigheid in de Chineesche weermacht, en dit gold en geldt nog voor een groot deel voor het gansche Chineesche volk. Overigens had de Chineesche vloot ook niet veel kunnen uit richten, behalve zich opofferen. Zij bestond uit 2 nieuwe 2600 tons kruisers met een bewapening van 6 kanonnen van 5.5 cm en een snelheid van 23 knoopen, voorts uit nog 4 even groote kruisers van 40-jarigen leeftijd, en een aantal kleinere schepen welke alle door jarenlange verwaarloozing en ouderdom hun militaire waarde reeds lang verloren hadden. Verscheidene van deze schepen hebben sedert het uitbreken van den oorlog een nuttig, zij het ook roemloos graf gevonden bij de rivierversperringen bij Kiang Yin en de haven van Tsingtao. De Japanners deelen mede 7 kruisers (er zijn er echter maar 6) 251

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 43