gaf daarentegen wel hoog op van zijn vorstelijke voorvaderen in mannelijke lijn". Niettegenstaande het hierboven veronderstelde „minderwaar digheidsbesef", bleek Dipa Negara een niet te onderschatten tegenstander. Want om den draad weder op te vatten tijdens zijn voogdijschap over den jeugdigen Soeltan Amangkoe Boeana V waren de conflicten niet van de lucht, vooral niet met het Europeesch bestuur. Ter verzachting van den lateren opstandeling moet echter direct worden gezegd, dat de met hem omgaande bestuursambtenaren niet met een overmaat van tact begiftigd waren. Er moge herinnerd worden aan de ernstige, grootendeels gerechtvaardigde, ontevredenheid over de door den Gouverneur- Generaal nietig verklaarde contracten van landverhuring in de Vorstenlanden, waardoor zoowel de Europeesche ondernemers als de Vorstenlandsche zelfbesturen waren gedupeerd. Hoewel later Koning Willem I persoonlijk ingreep en de contracten van land verhuring weer in eere herstelde, waarmede een vernietigend oordeel over Van der Capellen's maatregel werd uitgesproken, bleef door het aangerichte kwaad een bron van ontevredenheid bestaan. Tevens is het bekend, dat de Resident tegenover Dipa Negara weinig égards in acht nam en de Ass.-Resident er zelfs toe overging een weg aan te leggen over een aan Dipa Negara toebehoorend heilig geacht graf. Ook de onbillijke exploitatie der tolpoorten, waardoor de bevolking werd overgeleverd aan de schraapzucht der Chineesche pachters, veroorzaakte gisting 261 1) Zie voor de afstamming in mannelijke lijn Bijlage LIVb van De Klerck's Java-oorlog, deel VI. Inderdaad was Dipa Negara's moeder van lage geboorte volgens den len Luit. Adj. Knoerle, die den banneling op zijn reis van Batavia naar Menado vergezelde, en uit dien hoofde een dagboek heeft samengesteld, verklaarde Dipa Negara, dat zijn moeder afkomstig was uit de desa Madesso, district Patjitan. Behalve dit dagboek schreef Knoerle een officieel rapport, dat is opgenomen in De Klerck, V, Bijlage XXXVII. Knoerle's reisjournaal is bij De Klerck niet opgenomen. De Heer Hallema verrichtte in zijn publicatie een nuttig werk door dit document aan de vergetelheid te ontrukken. De gegevens bevatten typische bijzonderheden over Dipa Negara's leven aan boord van het fregat „Pollux waarmede de reis naar Menado werd gemaakt. Vooral het sarcasme in Dipa Negara's betoogtrant valt in dit journaal op het wil ons voorkomen, dat de gewezen leider van den opstand in zijn gesprekken meermalen de grenzen der welvoegelijkheid te buiten gaat, zonder dat Knoerle daartegen optreedt. Men leze het verhaal en oordeele dan zelf, o.a. over hetgeen op 12 Mei medegedeeld wordt omtrent het portret van Koning Willem I, en op 9 Mei omtrent zijn verbanning, in verband met Europeesche vorsten. Ook het aanspreken van Knoerle met „koewe" is o.i. een ongeoorloofde ongepastheid tegenover een Adjudant van den Gouverneur-Generaal. Knoerle treedt daartegen niet op eensdeels omdat 'hij blijkbaar zeer was ingenomen met de hem verstrekte opdracht, anderdeels wegens onvoldoende bekendheid met de Javaansche taal. Zie ook De Klerck op blz. 604 van deel V. Ook Bijlage XXXVIII, een afwijzing van den Gouverneur-Generaal op een door Knoerle ingediend request tot overgang in burgerlijken dienst, wijst er op, dat men in Knoerle's geschriften eigen inzicht moet inschakelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 55