Vóórdat Dipa Negara echter openlijk tot verzet overging, brak
Resident Smissaert nog het laatste restant je respect voor het
Nederlandsche gezag af. Hij besloot, in overleg met den Rijks
bestierder, toen de teekenen al te ongunstig werden, Dipa Negara
gevangen te nemen en wel bij een nachtelijke overvalling. De
poging mislukte, doordat diens dalem door 40 zwaar bewapende
mannen was bewaakt. Was doortasten, zoo vraagt men zich af,
ondanks dat dan toch niet mogelijk geweest Het ging toch om
groote belangen, en moeten dan 40 pradjoerits gewicht in de
schaal leggen Eenige dagen na de mislukking gaf Smissaert
aan den Rijksbestierder opdracht alle prinsen voor een feest in
het fort uit te noodigen, onder bekendstelling, dat niemand meer
dan twee bedienden mocht medebrengen. Smissaert had vóór den
aanvang van het feest in de nabijheid van de feestzaal 50 soldaten
gereed gesteld, met de bedoeling Dipa Negara gevangen te nemen,
een maatregel welke natuurlijk overbodig was, aangezien de te
vangen prooi en dat zal den Resident toch ook wel bekend
geweest zijn de beschikking had over vele spionnen en de
maatregel reeds tot Dipa Negara was doorgedrongen. Het was
dan ook geen wonder, dat deze op het uur van aanvang van het
„feest niet aanwezig was. Een uur later verscheen Dipa Negara
aan de poort van het fort, niet met twee bedienden, doch met
tachtig zwaar bewapende dienaren, zoodat de schildwacht hem
doorgang weigerde. Het was vergeefsche moeite, Dipa Negara
riep vertoornd „Bij Allah, zeg aan den Resident, dat ik niet
uit mijzelven kom, maar door hem geroepen ben, en zoo mijn
gevolg niet mag binnenkomen, is het beter dat ik terugkeer
De Resident gaf inderdaad opdracht Dipa Negara door te laten
en men kan zich de spanning voorstellen, toen de trotsche pange-
ran, de 80 gewapende volgelingen achter hem gehurkt, op den
voor hem bestemden zetel plaats nam. Smissaert meende de
situatie te kunnen redden, door te doen of er niets gebeurd was
en negeerde den hem aangedanen hoon door op Dipa Negara een
dronk in te stellen, evenals op andere aanwezigen. Dit was voor
Dipa Negara het sein tot het luchten van zijn gemoed het onge
hoorde feit geschiedde, dat een Javaansch edelman zich vergreep
aan den hoogsten tegenwoordiger van het Nederlandsche gezag.
Terwijl Dipa Negara den Resident bij het hoofd vatte, riep hij
uit„Smissaert, Smissaert. Gij doet mij hartzeer aanwat is
er niet gebeurd, waarmede gij mij verdriet hebt aangedaan nu
moet gij de kans met mij uitmaken, man tegen man, en als ik
verlies, kunt gij Uw begeerte doen te Djocjakarta".
De Resident bleef als versteend zittencommentaar op de
situatie is feitelijk overbodig. De consternatie was algemeen,
vooral toen Dipa Negara zich daarop tot den Rijksbestierder
wendde, ook hem bij het hoofd vatte en als volgt sprak „Ook
gij Danoe Redja doet mij veel hartzeer aan; het zou U aangenaam
264