een „overlapping" van reeds in bedrijf zijnde hulpverband- plaatsen, voor welke overlapping gebruik moet worden gemaakt van Hp.V.P.An., welke zijn ingedeeld bij andere gevechtseen heden, omdat een Hp.V.P.A. niet te splitsen is in onderdeelen, welke zelfstandig kunnen optreden. E.e.a. vereischt in de eerste plaats snelheid en mobiliteit, voorts zal zich waarschijnlijk dikwijls het bezwaar doen gevoelen, dat de hulpverbandplaatsafdeeling eener andere tactische eenheid of ook reeds in bedrijf is öf zich op te grooten afstand bevindt en niet binnen den vereischten tijd te bereiken is. De noodzaak van overlapping doet zich in het bijzonder gevoelen, wanneer geneeskundige hulp moet worden verleend in de voorste lijn van een gevechtsveld van groote diepte, in geval len, dat een reeds in bedrijf zijnde Hp.V.P. in het achterste deel daarvan hare werkzaamheden nog niet heeft kunnen beëindigen. Slechts door overlapping zal het mogelijk zijn de voorwaartsche beweging der voorste afdeelingen voldoende bij te houden en tevens de geneeskundige verzorging der gewonden in het achterste deel van het gevechtsveld te behartigen. Resumeerend moet dus aan de Hp.V.P.A. als eisch worden gesteld, dat zij bij hare sprongsgewijze verplaatsingen een vol doende snelheid kan ontwikkelen en dat zij met eigen middelen een overlapping tot stand kan brengen. De organisatie van de bestaande Hp.V.P.A. heeft in dit opzicht, zooals gezegd, enkele nadeelen, waarvan in de eerste plaats de geringe snelheid moet worden genoemd. De met inheemsche paarden bespannen treinkarren zijn traag in hunne bewegingen, hetgeen tot gevolg heeft, dat wanneer bij terreinwinnende afdeelingen de afstand tot de voorste lijn grooter en grooter wordt, het overbruggen van dezen afstand door de Hp.V.P.A. veel tijd vordert. Als tweede nadeel valt de tijdroovende wijze van op- en afladen van de treinkarren te noemen. Vooral het opladen vergt veel „dooden tijd" (15—20 minuten), als gevolg waarvan bij elke immobilisatie der Hp.V.P.A. een oponthoud van onge- wenscht langen duur ontstaat. In de derde plaats is de Hp.V.P.A. een ondeelbare eenheid en dus niet splitsbaar in twee gelijkwaardige deelen. Weliswaar is het mogelijk met de verbandmandjes 1 t/m 4 een beperkte hulpverbandplaats in werking te doen treden, doch dit kan uiteraard slechts als een noodmaatregel worden beschouwd. De huidige Hp.V.P.An. moeten als gevolg van deze factoren niet in staat worden geacht de geneeskundige verzorging over de volle diepte van het gevechtsveld onder alle omstandigheden veilig te stellen. De oplossing van het onderwerpelijke probleem zou, naar de meening van Kolonel HOTZ, kunnen worden gevonden in het 270

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 64