5e. mogelijkheid van geïmproviseerd snelvervoer van zittende
gewonden naar de wagenplaatsen door middel van de niet
in bedrijf zijnde autoletten,
6e. beschikking over meer geneeskundig materieel.
Het sub 4e genoemde voordeel behoeft een nadere toelichting.
In het voorgaande werd reeds gewezen op den grooten „dooden
tijd", welke zich bij de immobilisaties der bestaande Hp.V.P.A.
als een ongewenscht lang oponthoud doet gelden.
Het op- en ontladen der autoletten is daarentegen een zoo een
voudige handeling, dat er slechts enkele minuten mee gemoeid
zijnbovendien is de bepakking der autoletten overzichtelijker
dan die der treinkarren.
De nadeelen, verbonden aan de gesuggereerde organisatie zijn
le. de „overschakeling" van voertuigen- op draagpaardentrans-
port lijkt minder goed verzekerd,
2e. het tempo van het marcheerende bataljon is te langzaam
voor de autoletten,
3e. het invoeren van een gemotoriseerd onderdeel in een niet-
gemotoriseerde gevechtseenheid lijkt foutief,
4e. de jongste officier van gezondheid kan zich in bepaalde
omstandigheden niet tot in de voorste lijn begeven.
Hierboven werd reeds besproken hoe aan het laatstgenoemde
bezwaar kan worden tegemoet gekomen, zoodat een nadere
beschouwing van de drie eerste nadeelen overblijft.
Wanneer wij het „overschakelen" van voertuigen- op paarden-
transport nader in oogenschouw nemen, dan blijkt direct, dat de
paarden, welke zich belangrijk langzamer bewegen dan de auto
letten, niet in de nabijheid van deze laatste gehouden kunnen
worden. Daarom is het noodzakelijk, dat de paarden steeds zoo
ver mogelijk naar voren worden gebracht door ze te laten mar-
cheeren bij de karren van den gevechtstrein der betrokken eenheid
(waardoor als regel de afstand van de opstellingsplaats der draag-
paarden tot de verst vooruitgeschoven „geneeskundige" autolette
gering zal zijn en in korten tijd zal zijn af te leggen), dan wel
ze op te houden op die punten in het terrein, waar voertuigen
transport onmogelijk wordt.
Op deze wijze zal het, bij eene juiste verkenning en
bevelsuitgifte, mogelijk zijn de draagpaarden tijdig op het
gewenschte „overschakelingspunt" aanwezig te doen zijn.
Het sub. 2e genoemde bezwaar, dat het tempo van het marchee
rende bataljon te langzaam is voor de autoletten, berust op de
omstandigheid, dat de motoren niet berekend zijn op het gedurende
langeren tijd volhouden van een snelheid van circa 5 km. In dit
bezwaar zal moeten worden voorzien door de autoletten sprongs
gewijze te doen volgen mogelijk zal dit het nadeel opleveren van
279