288 van oefenvluchten vertrouwd geraakt met de atmosferische en geografische gesteldheid in ons eilandenrijk, hier mooie kansen hebben om den eersten klap te geven, en dat zij den vijand de bezetting en inrichting van zijn hulpsteunpunt ernstig kunnen bemoeilijken, zoo niet geheel onmogelijk maken. Zij kunnen aanvallen op een tijdstip, dat de vijand nog in het begin van zijn voorbereiding, en daarom zeer kwetsbaar is. Zij zullen hun aanvallen dagelijks één of meer malen herhalen, zoolang de vijand zijn pogingen tot inrichting van het steunpunt doorzet. Wenscht de tegenstander de aanvallen van onze bommenwerpers te ont gaan, dan zou hij zijn steunpunt op meer dan 1.000 km afstand van Java moeten kiezen niet alleen zou daardoor zijn voorgenomen actie tegen Java veel moeilijker worden, doch ook dan is het mogelijk hem binnen den greep van deze bommenwerpers te brengen, indien wij ook buiten Java enkele goedgekozen vliegtuigsteunpunten voor eigen gebruik inrichten. Het belang van een groote werkingssfeer voor onze bom vliegtuigen moge uit het voorgaande duidelijk zijn gebleken. Ook wanneer de vijand ermede mocht volstaan, van een vliegkampschip uit luchtaanvallen op Soerabaia of andere plaatsen op Java uit te voeren, welke aanvallen veel minder gevaarlijk zijn dan die van zware bommenwerpers uit een landbasis, is het met behulp van de marineverkenningsorganen mogelijk, de plaats van dat vliegkampschip op de sporen en het voorts met onze bommenwerpers aan te vallen en te beschadigen of te vernielen. Tot zoover heb ik de bomvliegtuigen getoetst op de eischen, welke de verdediging van Java, waarvoor zij in de eerste plaats werden aangeschaft, stelt. Richten wij thans het oog weer naar de buitengewesten. U zult zich herinneren, dat ik in de eerste 'helft van mijn voordracht uiteenzette, dat die gewesten, met uitzondering van Tarakan en Balikpapan, te land in feite weerloos zijn. Wanneer ik spreek van weerloosheid onzer buitengewesten, zult U wellicht de vraag stellen, of ik de waarde van onze vloot voor de verdediging van onze buitengewesten niet te veel onderschat. Dit is geenszins het geval. Weliswaar bestaat er, zooals U ongetwijfeld zult weten, verschil van meening over het rendement van onze kruisers, afgewogen tegen dat van bom vliegtuigen, doch er is geen strijd over dit belangrijke puntonze kruiser- vloot zal, zooals onlangs de Directeur der Hoogere Marinekrijgsschool zich uitdrukte, geen kracht tegen kracht mogen inzetten Dat wil zeggen, dat, wanneer een vijandelijk eskader met hetgeen erbij behoort uit zou zijn op vermeestering van welk deel van Ned.-Indië ook, onze kruiservloot dat eskader niet zal aanvallen, doch trachten den vijand schade te berokkenen door te opereeren op zijn verbindingslijn. Tegen 's vijands hoofdactie, de verovering van het begeerde gebiedsdeel, zal de kruiservloot zich alzoo niet rechtstreeks keeren. Ik heb dus niet overdreven, door te zeggen, dat het overgroote gedeelte van de buitengewesten tegen dergelijke veroveringspogingen weerloos is. Het is dan ook noodzakelijk, spoedig de territoriale verdediging van die gewesten te verzorgen. Trouwens, die territoriale verdediging is ook niet te ontberen, wanneer onze vloot krachtiger zou zijn dan het geval is. Zelfs de ter zee zoo machtige eilandenrijken Engeland en Japan besteden aan zienlijke bedragen voor de directe verdediging van hun grondgebied, met troepen op den grond en in de lucht. Het zou dan ook zeer wel verantwoord zijn, in de meest blootgestelde gewesten buiten Java sterke, modern uitgeruste legerafdeelingen te plaatsen. Hieraan valt evenwel voorshands niet te denken het zou waarschijnlijk onze draagkracht te boven gaan bovendien is een zoodanige legeruitbreiding niet op korten termijn tot uitvoering te brengen. Wat daarentegen wel in snel tempo mogelijk is en binnen het financieel bereik ligt, is de aanleg van eenige vliegterreinen in de buitengewesten, waardoor de legerbommenwerpers in staat zullen zijn hun kracht in den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 82