304
Eroberung von Deutsch-Südwestafrika, 19141915". Dit artikel handelt o.a.
over de samenstelling van de wapens en diensten van de Engelsche (Zuid-
Afrikaansche) troepen. Een georganiseerde intendance-dienst was niet aan
wezig en moest derhalve worden geïmproviseerd. Gedurende de operatiën,
werd voor de levering van legerbehoeften gebruik gemaakt van de diensten
van een aannemer, de firma de Beer, gevestigd te Kimberley (volgens
mededeeling van Duitsche zijde, was de Beer multi-millionnair)Deze
leverancier kreeg als het ware het monopolie van de leveringen. Niet alleen
werd door de Beer voorzien in de behoeften aan kleeding, uitrusting, levens
middelen, geneesmiddelen enz., doch hij verschafte zelfs wapens en munitie.
De schrijver van het artikel vermeldt, dat de geïmproviseerde intendance-
dienst niet voor zijn taak berekend was.
De operatiën stagneerden dan ook herhaaldelijk als gevolg van het feit
dat de verpleging soms geheel faalde. Meermalen konden de verplegings-
behoeften niet onder het bereik van de troepen worden gebracht en werden
de troepen op half-, soms op een derde rantsoen gesteld, hetgeen de dis
cipline niet ten goede kwam.
K.
Geneeskundige Dienst.
The Journal of the American Medical Association, 16 October 1937.
In dit tijdschrift wordt een beschouwing gewijd aan een door Dr. A.
Telbisz gehouden voordracht voor de Royal Society of Medicine over met
strijdgassen besmette voedingsmiddelen. In den modernen oorlog is het
gevaar niet denkbeeldig, dat gedurende den opvoer of in de opslagplaatsen
van het etappe-gebied de voor de te velde staande legers bestemde voedings
middelen van vliegtuigen uit worden besmet met chemische strij dstoffen
en daarbij denkt men dan in de eerste plaats aan besmetting met mosterdgas.
Onderzoekingen hebben aangetoond, dat hoe waterrijker een artikel is, des
te meer mosterdgas er door wordt geabsorbeerd en des te gevaarlijker het
uiteraard wordt voor de consumptie. Ook heeft men er rekening mede te
houden, dat voedingsmiddelen, door een terugtrekkende tegenpartij achter
gelaten, opzettelijk besmet kunnen zijn met mosterdgas of aanverwante
chemische stoffen, zoodat steeds de noodige voorzichtigheid ten aanzien van
buitgemaakte eetwaren dient te worden betracht.
Het schijnt uitermate moeilijk te zijn met mosterdgas besmette voedings
middelen weer geschikt te maken voor de consumptie, en daarom is het
zaak de verpakking dusdanig in te richten, dat besmetting onmogelijk of
althans zeer moeilijk wordt.
(Niet onbelangwekkend is in dit verband de mededeeling van het Hoofd
van het Gas-medisch Laboratorium te Bandoeng, Dr. J. Visser, dat de
eenige afdoende methode om besmette levensmiddelen wederom voor de
consumptie geschikt te maken bestaat in het gedurende eenigen tijd koken
daarvan. Hierbij mag vooral niet uit het oog worden verloren, dat de ont
wijkende dampen mosterdgas bevatten en de koks derhalve behoorlijk van
beschermende kleeding moeten zijn voorzien. Braden van vleesch is niet
altijd afdoende gebleken. Interessant is in dit verband ook de ervaring,
dat mosterdgas op van de buitenlucht afgesloten voorwerpen gedurende
zeer langen tijd in actieven vorm aanwezig blijft. Dit moest in 1930 een
troep werklieden ondervinden, die rails versjouwden, welke gedurende den
wereld-oorlog in aanraking waren geweest met mosterdgas en sindsdien
onder een hoop puin hadden gelegen. Gedurende het opruimingswerk, ruim
12 jaar later, kreeg een aantal arbeiders zeer ernstige mosterdgasverbran
dingen. Dit onvrijwillige experiment bewijst wel, dat men niet voorzichtig
genoeg kan zijn met betrekking tot deze verraderlijke materie).