307 10. VAN HET WERELDTOONEEL. (met twee schetsen achter in dit nummer). De maand Februari was rijk aan elkaar in snel tempo opvolgende belang rijke gebeurtenissen, welke niettegenstaande haar plaatsgrijpen ten deele op grond van bepaalde voorteekenen kon worden voorzien, toch vrijwel alle min of meer een verrassing waren. Zoo was onder de heerschende omstandigheden wel niet anders te ver wachten, dan dat tijdens de 100e zitting van den Conseil weinig tastbare resultaten zouden worden bereikt, doch dat de meeningsverschillen zoo hoog zouden loopen, dat Rusland zou spreken over „afpersing", Roemenië zou dreigen met uittreden en Turkije zou verklaren, dat het inzake Alexandrette verder zijn eigen weg zou gaan, was toch niet te voorzien. Evenmin was zulks het geval met het nog plotselinger heengaan dan het aan het bewind komen van het Roemeensche ministerie 'Goga, welks komst in geheel Midden- en Oost Europa zooveel onrust had verwekt gezegd werd, dat het van Russische zijde over dit ministerie te kennen gegeven misnoegen aan het snelle aftreden niet vreemd was. Hoe het zij, Moskou kwam nog op andere wijze in het offensief en wel door een open brief van Stalin, waaruit overduidelijk bleek, dat propa ganda voor de bolsjewistische ideeën nog steeds behoort tot de belang rijkste Russische exportartikelen. Hoewel later is 'beweerd, dat genoemde brief slechts was bestemd voor binnenlandsch gebruik mag zulks sterk worden betwijfeld, daar Stalin's schrijven wel opmerkelijk kort volgde en daardoor kon worden beschouwd als een reactie op de eerste verrassing, door Hitier der wereld bereid. Deze verrassing bestond uit het onverwacht doen heengaan van hen, die de leidende posten bezetten, zoowel in de diplomatieke wereld als in de weermacht. Met spanning wachtte men op de rede van den Führer, welke van het gebeurde een verklaring scheen te zullen geven. Doch voor het zoover was, kwam wederom op een Zaterdag en als reeds zoo veel malen tevoren uit Berchtesgaden de volgende verrassing de bespreking aldaar tusschen Hitier en Schuschnigg, den Oostenrijkschen bondskanselier. De spanning steeg en fel reageerde de openbare meening in de Donaulanden. Men vermoedde, dat Oostenrijk's onafhankelijkheid gevaar hep hoewel Schuschnig zulks bij herhaling ontkende, zag Tsjechoslowakije zich een „volgend slachtoffer". Ook Lithauen, waarmede Duitschland nog steeds een appeltje heeft te schillen over het eigenaardige, ook door den Volkenbond veroordeelde, optreden in Memel voelde zich niet meer zoo gerustmerkwaardig is, dat het kort daarop amnestie verleende aan verscheidene politieke misdadigers. Wie niet snel reageerde was in de eerste plaats Mussolini en hoewel omtrent Italië weer de wildste geruchten de ronde deden troepenzendingen naar Tirol, lijnrecht staande tegenover het bericht, dat Rome Berlijn de vrije hand liet in Oostenrijk in ruil voor een afzien van nastreving van belangen in Spanje gaf de Duce na enkele dagen te kennen, in het gebeurde niet meer te zien dan een natuurlijken gang van zaken. Ook Londen en Parijs bleven kalm en gaven geen gehoor aan inblazingen, over te gaan tot interventie berichten, dat langs diplo- matieken weg op Berlijn drang zou zijn uitgeoefend, werden ten stelligste tegengesproken. De rede van Hitier bracht niet de sensatie, welke menigeen had ver wacht zij was tegenover de buitenlandsche regeeringen uiteraard m.u.v. de Russische welwillend gestemd en bevatte als nieuwe mededeelingen slechts die van den onaf wij sbaren eisch tot teruggave van de vroegere koloniën alsmede die omtrent de erkenning van Mansjoekwo. Zooals zich laat begrijpen, was er in het betrokken land vreugde over deze erkenning ook in Japan zag men daarin een versteviging van den driebond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 101