289 geheelen Archipel te doen gevoelen, en elke poging tot bezetting van grond gebied, waar zij ook wordt ondernomen, onmiddellijk te bestrijden. Op die vliegterreinen zullen de luchtstrijdkrachten al datgene vinden, wat zij voor den strijd behoeven: bedrijfsstoffen, bommen, munitie, radio, nachtverlichting, enz. Door de terreinen niet aan de kust, doch ver landinwaarts te kiezen, wordt een groote mate van veiligheid bereikt, ook zonder dat kostbare beschermingsmaatregelen worden genomen. Dank zij de groote werkingssfeer van de legerbommenwerpers zijn slechts enkele terreinen noodig. De afstand tusschen de uiterste punten van onzen Archipel (Koeta-Radja en de Oostgrens van Nieuw-Guinea) bedraagt in rechte lijn gemeten 5.000 km (overeenkomend met den afstand London- Perzische Golf). Deelt men in gedachten die lijn, loopend over Borneo en Celebes, in 5 stukken en denkt men zich op de 4 deelpunten een vliegtuig basis, dan zou het met dat viertal reeds mogelijk zijn, elk punt van den Archipel, waar een tegenstander zich zou willen nestelen, van twee dier terreinen aan te vallen, enkele uren nadat het bericht van 's vijands poging zal zijn ontvangen. Die aanvallen zullen dagelijks een of meermalen kunnen worden herhaald. Dan zal men kunnen zeggen, dat de buitengewesten tegen veroverings pogingen worden verdedigd. Dan zal in de verafgelegen gebieden de bevolking ervaren, dat wij het Nederlandsche gezag ook naar buiten zullen hand haven dan ook zullen zij, die in die gewesten bij het Bestuur, bij Zending en Missie, bij cultures en mijnbouw, werken voor het welzijn van land en volk, voor Groot-Nederland, er op vertrouwen, dat de vruchten van hun arbeid en van dien hunner voorgangers niet zonder emstigen strijd aan vreemden zullen worden prijs gegeven. Mijnheer de Voorzitter, ik ben thans aan het eind van mijn rede gekomen. Ik heb gepoogd, in groote trekken te schetsen, hoe het thans met het Koninklijk Ned.-Indische Leger en met de verdediging van onzen Archipel gesteld is en op welke wijze het mogelijk is, en men ook reeds doende is, daarin spoedig verbetering te brengen. Mocht ik er in geslaagd zijn, Uw inzicht in de problemen van de Indische defensie te verruimen, dan zou zulks voor mij een groote voldoening zijn. 9. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN. Taktiek. De Frans che „ch ar D". Gnl. Culmann heeft in La France Militaire van 31 Aug. en 2 Sept. '37 toelichtingen gegeven op het Fr. voorschrift „Notice provisoire sur l'emploi des chars D". Aan B.B.S.M. van Nov. '37 ontleer.en wij hieromtrent het volgende De char D heeft de volgende kenmerkengew. 13 tot 15 tonmax. snelheid 18 km/u bewapening 1 kanon van 47 mm en 2 mitm. munitie- voorraad 90 granaten en 2000 mitr. projectielen. De bedoeling is, de vewn. te gebruiken in nauwe samenwerking met de inf. zij moeten die vij. wapens neutraliseeren, welke de eigen inf. het voorw. gaan beletten. Zij moeten worden beschermd door pag.; men spreekt over „canons blindés automoteurs", die zich doen gelden in de zone, waar vuursteun van andere wapens niet mogelijk is. Dit materieel schijnt nog in studie te zijn, doch wordt onmisbaar geacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 83