Toen nu eenerzijds de Khan in verwikkelingen geraakte met
de hem onderhoorige potentaatjes en anderzijds Rusland zijn
opmarsch in de richting van de Perzische Golf voortzette zie
het overzicht op blz. 119 in I.M.T. 1938, Nr. 2 grepen de
Engelschen in en zonden zij, Sandeman, daarmede a.h.w. de door
hem gevolgde handelwijze sanctionneerende, in 1875 en 1876 naar
Kalat. Een verdrag kwam tot stand waarbij de vorst de Britsche
suzereiniteit aanvaardde en toestond, dat te Quetta troepen
werden gelegerd, in zijn gebied wegen, spoor- en telegraaflijnen
zouden worden aangelegd en political officers mochten worden
geplaatst, hetgeen nog in laatstgenoemd jaar plaats had te Kalat
en in 1877 te Quetta. Behalve dat de Engelschen hiermede den
Z. landweg naar Perzië beheerschten, waren zij practisch in het
bezit geraakt van de toegangspoort tot Afghanistan, zoodat althans
in het Z. was voldaan aan den strategischen minimumeisch voor
de beveiliging van Britsch-Indië. Van hoeveel waarde zulks was,
zou reeds twee jaar later blijken bij het uitbreken van den
tweeden Afghaanschen oorlog.
Ook tijdens dezen oorlog, die van 1878 tot 1880 duurde, zat
Sandeman niet stilgeleidelijk breidde hij den Britschen invloed
in N. richting uit langs de Zhob zoo werd in 1879 het dorp bezet,
hetwelk thans bekend is als Fort Sandeman, alwaar eveneens
onmiddellijk een political agent werd geplaatst. Vermeldenswaard
is nog, dat het gebied tusschen de Zhob en den Indus nog niet
was onderworpenSandeman oordeelde, dat in dit gebied van
zelf geregelde toestanden zouden ontstaan, indien dit door het
bezetten van de vallei van genoemde rivier zou zijn afgesneden
van het rijk van den Emir. Hierdoor zou de achterdeur zijn
gesloten waardoor Afghaansche benden binnentrokken, wapens
werden binnen gesmokkeld en kwaadwilligen ontweken. De
geschiedenis heeft bewezen, hoe juist Sandeman heeft gezien
het geheele a.h.w. geblokkeerde gebied heeft zich onderworpen
zonder dat krachtdadig ingrijpen noodig was1).
325
b De lezer zal zich ongetwijfeld afvragen, waarom deze oogenschijnlijk
eenvoudige methode elders niet is toegepast. Hij bedenke daarbij echter
het volgende. In de eerste plaats bood het terrein in het Z., waar bergen
en dalen ongeveer evenwijdig loopen aan de grens, wel uitzonderlijk goede
kansen. Deze hebben de Engelschen zich in het roerige Kohistan ten deele
laten ontgaan door zonder verzet genoegen te nemen met den uitleg van
het Durand-verdrag door den Emir, dat niet de Koenarrivier doch een
vrij willekeurige lijn aldaar de overeengekomen grens was. Na de door
breking van de bergketen door de Kaboelrivier bood de rug, welke Tairah
in het N. begrenst, in combinatie met de Koeramvallei, eveneens gelegenheid
tot afsluiting van een niet onderworpen gebied, doch bedoelde rug is zeer
woest terwijl het klimaat aldaar des winters bijzonder ruw is ten slotte
wenschte men, vooral met het oog op de kosten, geen vergaande inmenging
met de Afridi's en Orakzais. Slaan wij de rustige Koeramvallei over, dan
(Vervolg zie onderaan blz. 326).