plaatsende gewapende Inheemschen zonder middel van bestaan,
al vrij spoedig min of meer roekelooze doch broodwinnende taxi-
of autobus chauffeurs of -vrachtjes gemaakt, juist als ten onzent
in sommige streken doch daarvoor was het toch m de eerste
plaats noodig, dat geregelde toestanden zouden heerschen Instede
van zoodanige toestanden te scheppen door de machtssfeer
geleidelijk uit te breiden, wilde men echter te veel ineens bereiken
of handelde men geheel onder den drang van oogenblikkelijke
omstandigheden en volgde daardoor althans aanvankelijk geen
vaste lijn. Hetgeen in Waziristan plaats had, is daarvan een
voorbeeldbezetting en daarna weder ontruiming door leger-
troepen van verschillende punten zonder dat de toestand reeds
rijp was voor het vervangen er van door hulptroepen.
Toen men de zaken later, na het herstel van de rust aldaar,
kalmer overzag, kwam er meer lijn m het optredenfig*1®
is, vooral wanneer gewapend ingrijpen daaraan de behoefte de
gevoelen, het wegennet systematisch uitgebreid, zoowel in admi
nistered- als in tribal territory, hier uiteraard met immer zonder
verzet van de bevolking. Doch hoewel Sir Philip Chetwode in
zijn eerder genoemde rede opmerkte, dat het sedert de komst
van Lord Willingdon in India in 1932 als onderkoning m
bedoeling lag, de administratieve grens naar voren te verplaatsen,
uit oprichting van nieuwe posten, althans v.z.v. voorzien van
bezettingen legertroepen, is daarvan tot nu toe met gebleken.
Het eenige ons bekende geval, het handhaven van geregelde bezet
tingen in de Khadjoeri- en Akakhelvlakten, aldaar tijdens de
tuchtiging van de Afridi's in 1930—1931 gelegd om den toeganö
tot hun winterkwartieren te beheerschen, had hoe juist ook op
zichzelf, betrekking op gebied, gelegen binnen de administratieve
grens. Wellicht zal na den kortelings officieel beemdigden strijd
in Waziristan iets in vorenbedoelden zin geschieden.
Hoe het zij, de huidige toestand is naar veler meening nog
verre van bevredigend. Erkend dient te worden, dat het gedrag
van de nog al roerige Mohmands in de laatste jaren veel is
verbeterd en dat de Afridi's en Oraksais zich behoudens enkele
kleine voorvallen tijdens de jongste woelingen m Waziristan
hebben rustig gehouden, hetgeen toch in niet geringe mate pleit
voor de Engelsche bestuursmethoden. Dit alles neemt echter met
weg dat het einddoel, het verzekeren van een definitieven toestand
van'orde en rust in het centrum van het grensgebied, zonder
welken toestand de voor de landsverdediging onontbeerlijke
stabiliteit niet is verkregen, nog lang niet is bereikt. Mogen wij
afgaan op het gezag van de vele zoowel militaire als andere
schrijvers en sprekers over dit onderwerp, dan is men het er
algemeen over eens, dat een zoodanige toestand slechts kan
worden verkregen door het onder rechtstreeksch gezag brengen
van het „tribal no man's land"; alleen over het tempo