340
waarin en de wijze waarop bestaat nog en soms diepgaand
verschil van inzicht. Men vergete niet, dat het voor hen, die,
zooals ook wij, niet op de hoogte zijn van alle factoren, wel
eenvoudig is, een oordeel te vellen doch of dit oordeel juist is,
blijft een open vraag. Met voorbijgaan van de stemmen van hen,
die nog wel eens op vrij heftige wijze hun oordeel ten beste
geven1), besluiten wij daarom dit hoofdstuk met aanhaling van
de volgende woorden van veldmaarschalk Sir Claud Jacob, wien
toch zeker wel een gezaghebbende stem mag worden toegekend 2)
„It is very easy to say we ought to occupy the country right up
to the Durand line but the difficulties are very great. It is true
we ought to have done it years ago. In future, if we are troubled by
any tribe in that hinterland, we ought to say „Very well, no more
of this. We are going to occupy your country now, and open up
communications in it". Then I am certain that in a short time those
tribes would become just as peaceful as they are now in Waziristan.
But, as the Lecturer said, we are always faced with the difficulty
of incitement to risings from the rear, that is, from Afghanistan".
Mogen de door ons gecursiveerde woorden na de gebeurtenissen
in het afgeloopen jaar een bewijs te meer zijn, hoe moeilijk het
is, een pijl te trekken op het gedrag van de grensbevolking.
Merkte Lord Curzon niet reeds op, dat „no man who has read
a page of Indian history will ever prophesy about the frontier
(Wordt vervolgd).
b Zie o.a. de bespreking van een in April 1937 in de Times verschenen
artikel in de bijdrage van de redactie van het J.U.S.I.I. Juli 1937. Voorts
de artikelen van „Watch and Ward", die uit hoofde van zijn in Britsch-Indië
bekleede functie goed van de toestanden aan de grens op de hoogte heet
te zijn, verschenen in Fighting Forces, Aug. en Dec. 1937 en de rubriek
Editorial in laatstvermeld nummer.
Uitgesproken in de functie van voorzitter tijdens een voordracht van
gnl. mj. Muspratt over „The North-West Frontier of India", afgedrukt in
J.U.S.I. Aug. 1932, (Men lette op het jaar; de spreker was in Britsch-
Indië langen tijd werkzaam bij den Gnl. St.)