4. PROEVE VAN BEWERKING VAN DE 2de VRAAG
TACTIEK.
(toelatingsexamen H.K.S. 1938)
door
J. W. VAN MARLE,
Kapitein der Infanterie.
A. DE OVERWEGINGEN VAN DEN DET.CDT. EN ZIJN
PLANNEN, OOK VOOR DEN OCHTEND VAN 8-3-38.
Uit de ten dienste staande gegevens mogen wij afleiden, dat
een ongeveer aan het Det.Z. gelijkwaardige tegenstander (vlieger
berichten meldden 2 batn.inf. en een groot aantal draagpaarden,
hetgeen op de indeeling van bergart. bij de ROODE colonne wijst)
in opmarsch is in w.-richting. De voorste inf. afdn. van BLAUW
en ROOD zullen ongeveer gelijktijdig de elkaar in evenwicht
houdende afdn. bij PABOEARAN 9 TJIBANTENG 1 (C/D 3)
kunnen bereiken. Omtrent een gebeurlijke aanwezigheid van vij.
troepen op den n. weg over PASIRGAOK 2 (D 2) bereikten ons
geen berichten. Het door C.Vk.Det. uitgezonden pel. pau. zal
hierin wellicht eenige opheldering kunnen verschaffen.
De opdracht luidt BUITENZORG te bezetten. Het gemelde
ROODE Det. moeten wij dus (in beginsel zoo snel mogelijk)
aangrijpen en terugdringen, z.m. verslaan. Een omgaan van ROOD
door een opmarsch van de hoofdmacht langs bovengenoemden
n. weg naar BUITENZORG is door de bedreiging van eigen z.
flank, welke in dit geval zou ontstaan, uitgesloten.
In verband met het uur van den dag en den afstand tusschen
de ROODE en BLAUWE hoofdmachten is het niet mogelijk nog
vandaag de alg. reserve in het gevecht te brengen. Wel is het
mogelijk voor het invallen van de duisternis de voorhoede de
gevechtsaanraking tot stand te doen brengen. Zulks zal evenwel
zoo vlug mogelijk moeten geschieden. Voor het uitzenden van
zijtroepen achten wij in verband met den tijd en den kleinen
afstand van voorhoede tot den vij. de gelegenheid niet meer open.
Wij dienen ermede rekening te houden, dat de voorhoede tijdens
bovenbedoelde actie stuit op sterkeren weerstand dan aanvankelijk
in den w. rand van TJIBANTENG 1 werd gemeld. Zulks mag
evenwel geen bezwaar zijn, de voorhoede (wordt frontgroep)