een lijn te doen bezetten, welke ten o. van deze kampong is gelegen, met het doel voor de actie op den volgenden dag een gunstiger uitgangspositie te kunnen innemen. Het terrein biedt evenwel in deze omgeving ongeveer eenzelfde aspect is althans niet gunstiger dan het terrein bij PABOEARAN 9, zoodat wij geen voordeel zien in het wegdrukken van den vij. weerstand. Daarentegen is wel van belang, dat de frontgroep de lijn van het Vk.Det. bereikt, teneinde op deze wijze de voor de art.-waar- neming bij uitstek gunstige G. TJIBODAS veilig te stellen. Hoewel wij uit de inleidende gevechten en de verkenning van het pel. pau. nog eenige nadere gegevens omtrent den vij. zullen krijgen, mogen wij niet verwachten, dat deze gegevens voldoende zullen zijn om hierop een aanvalsplan voor den volgenden dag te baseeren. Derhalve zal de hoofdmacht (wordt alg. reserve) geen opdracht kunnen worden verstrekt gedurende den nacht 7/8-3-38 een uitgangsopstelling in te nemen, waaruit een aanval bij dag- aanbreken kan worden ingezet. Het is daarentegen wel noodzakelijk A. I Bg. reeds heden in stelling te brengen (tijdens den marsch werden eenige stelling mogelijkheden verkend)niet omdat waarschijnlijk art. steun noodig zal zijn tijdens het innemen door de frontgroep van de opgegeven lijn, doch om na dagaanbreken van 8-3-38 de voor- waartsche beweging direct te kunnen steunen. Het tenein n. van kpg. LEUWEUNG-KOLOT 1 (B 3) leent zich hiertoe zeer goed. Samenvattend geven wij derhalve opdracht aan de voorhoede, als frontgroep de lijn BODJONGDJENGKOL 1 o. rand PA BOEARAN 9 PABOEARAN 8 (C 3) in te nemen, terwijl de hoofdmacht van het Det.Z. tot legering overgaathet bepalen van de legeringsgebieden hangt uiteraard af van de plannen voor den volgenden dag. De actie op 8-3-38 zal zich aanvankelijk moeten bepalen tot het in een breed front voorwaarts gaan door de frontgroep, waarbij de alg. reserve op zoodanige wijze volgt, dat zij op den gewensch- ten vleugel kan worden ingezet, zoodra voldoende gegevens omtrent den toestand bij ROOD zullen zijn binnengekomen. Het komt ons niet noodig voor de sterkte van de frontgroep (Inf. XI) te vergrooten. De alg. reserve bestaat dus aan inf. uit 2 batn., in een later stadium te splitsen in beslissende groep en laatste reserve. Bij de voorgenomen actie dient aandacht te worden besteed aan den meergenoemden n. weg. De te beantwoorden vraag is nu op welken vleugel zal de beslissende groep moeten worden ingezet j De voor- en na deel en tegen elkaar afwegende kiezen wij den z. vleugel Ie grooter kans om ROOD van zijn terugtochtsweg af te dringen; 347

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 37